Ik heb veel gelezen over bijna-doodervaringen en vond deze verhalen bijzonder inspirerend en geruststellend. De aard van veel van deze ervaringen lijkt in strijd te zijn met het doel van het ego om ons gehecht te houden aan het lichaam. De meeste mensen die een dergelijke ervaring hebben meegemaakt, zijn extatisch om bevrijd te zijn van hun lichaam; en boos, verdrietig of teleurgesteld om zichzelf daarna weer in het lichaam terug te vinden. In een eerder antwoord op een vraag over dit onderwerp zei je dat deze mensen de speciale missie hebben om na hun ‘terugkeer’ niet toe te geven aan het ego. Ik heb echter nooit gelezen dat een teruggekeerde persoon zich ‘speciaal’ voelde. Meestal voelen zij zich buitengewoon dankbaar, omdat ze een glimp hebben opgevangen van hun ware staat. En die ervaring maakt hen vaak tot betere mensen. Wat heeft dat heerlijke gevoel van eenheid en bevrijd te zijn van het lichaam met het ego te maken?

Antwoord: Als er een gevoel is van eenheid met alles – zonder de minste behoefte dit aan anderen te laten weten, en zonder het minste gevoel van speciaalheid over die ervaring – dan heeft dat inderdaad niets met het ego te maken. In de zienswijze van Een cursus in wonderen is dit echter wel het geval als het gevoel van bevrijding en allesomvattende liefde bij deze mensen afneemt of verandert, wanneer ze ‘zichzelf daarna weer terugvinden in hun lichaam’. De Cursus onderwijst dat niet het lichaam, maar Liefde onze werkelijkheid is. Wanneer onze denkgeest volledig geïdentificeerd is met die Liefde van de Hemel, zullen we, net als Jezus, het lichaam alleen maar zien als een voertuig waar die Liefde doorheen stroomt. Dan zullen we overal ofwel een uitdrukking van die Liefde zien, ofwel een roep daarom. Als we beseffen dat we sowieso niet in een lichaam zijn, zijn er geen gevoelens van boosheid, verdriet of teleurstelling. Dan weten we dat onze Identiteit blijft zoals ze is, los van het lichaam. De liefde in onze denkgeest zal in lichamelijke vorm worden uitgedrukt, zodat degenen die zich nog steeds met het lichaam identificeren haar kunnen herkennen en aanvaarden zonder hen angst in te boezemen. Een bijna-doodervaring kan dus een ervaring zijn die niets met het ego te maken heeft, maar diezelfde ervaring om vrij te zijn van het lichaam kan plaatsvinden op elk moment dat we tegen het ego kiezen. Met andere woorden: ze is altijd beschikbaar, omdat het alleen een kwestie is van de keuze die we in onze denkgeest maken, en niets te maken heeft met de toestand van ons lichaam.

Een cursus in wonderen onderwijst dat het lichaam een projectie is van de denkgeest, en in en van zichzelf geen werkelijkheid bezit. In die zin is de denkgeest de oorzaak en de bron van alle lichamelijke condities en ervaringen; het lichaam is niets anders dan een gevolg van de beslissingen van de denkgeest. De denkgeest is verdeeld tussen het egodenksysteem en de correctie daarvan: het denksysteem van vergeving van de Heilige Geest. Alle schijnbare lichamelijke gebeurtenissen – fysiek of psychologisch – kunnen dus gezien worden als symbolen die de beslissing van onze denkgeest voor het ego of voor de Heilige Geest weerspiegelen. Dit is niet onze ‘ware staat’, maar zoals Jezus uitlegt leidt ware waarneming, of juiste gerichtheid-van-denken, ons daar wel naar toe: “Het kan niet vaak genoeg worden benadrukt dat het corrigeren van de waarneming slechts een tijdelijke remedie is ….. terwijl correcte waarneming een opstap ernaar is [naar kennis]. Het enige wat juiste waarneming waarde geeft is het onvermijdelijke inzicht dat alle waarneming overbodig is” (T4.II.11:1-3).

Onze ware staat is Denkgeest (met een hoofdletter D): zuivere geest, zuivere eenheid, voorbij alle waarneming. Wij ervaren de weerspiegeling van onze ware staat telkens wanneer we onze belangen niet los zien van die van anderen. De consistente beoefening hiervan leidt ons naar de waarneming dat we hetzelfde zijn.

Miracles in Contact Facebook Page  Miracles in Contact YouTube Page  Miracles in Contact Instagram Pagina