Twee verschillende vragen van dezelfde vragensteller, met een gecombineerd antwoord:
a) Telkens wanneer ik informatie lees met betrekking tot Een cursus in wonderen lijk ik geërgerd te raken. Ik geniet van de woorden maar blijf altijd zitten met “dus wat voor de donder moet ik dan doen?”
b) Hoe moet men, gegeven de illusoire aard van deze wereld, functioneren? Ik geef het citaat “jou wordt gevraagd te handelen alsof je geen ego hebt”.
Maar een leven vrij van oordelen leven lijkt de weg van een halleluja-type te zijn.
Antwoord: De agitatie die je ervaart wanneer je de Cursus leest komt waarschijnlijk niet van niet begrijpen wat hij zegt, maar vanuit begrip. Je staat niet alleen in het je geërgerd voelen door zijn boodschap, en met goede reden. Het doel van de Cursus is het ongedaan maken van het denksysteem van het ego, wat uiteindelijk betekent het ongedaan maken van elk geloof in de wereld, het lichaam, en afscheiding. Dat is voor het ego geen gemakkelijke boodschap om te horen, in aanmerking nemend hoe het investeert in ons geworteld houden in de wereld, zijn dierbare thuis. Het eerste dat je moet doen is niet proberen om je niet te ergeren, maar begrijpen waar die ergernis vandaan komt, namelijk van een keuze in de denkgeest om te geloven dat de afscheiding werkelijk is, en weerstand tegen het leren van een denksysteem dat onderwijst dat dit niet zo is. In dit verband biedt Jezus ons een helder advies: “Vecht niet tegen jezelf” (T30.I.1:7). Wat we horen te doen is zijn instructies volgen en rustig kijken naar het ego in werking, zonder angst en zonder oordeel: “Niemand kan ontsnappen aan illusies tenzij hij ernaar kijkt, want door er niet naar te kijken worden ze beschermd. Het is niet nodig voor illusies terug te deinzen, want ze kunnen niet gevaarlijk zijn. We zijn klaar om het denksysteem van het ego nader te bekijken, want samen hebben we de lamp die het zal verdrijven, en aangezien je beseft dat jij het niet wilt, moet je wel klaar zijn. Laten we heel rustig zijn wanneer we dit doen, want we zoeken slechts eerlijk naar de waarheid.” (T11.V.1:1-4)
Aangezien de inleiding tot het Tekstboek ons vertelt dat ons doel bij het bestuderen van deze cursus is “… de blokkades weg te nemen voor het bewustzijn van de Aanwezigheid van Liefde”(TIn.1:7), is het redelijk te concluderen dat de blokkades gezien moeten worden voordat ze weggenomen kunnen worden. Daarom wordt ons gevraagd om ernaar te zoeken: “Het is niet jouw taak op zoek te gaan naar liefde, maar enkel in jezelf alle hindernissen te zoeken die jij ertegen opgeworpen hebt, en die te vinden. Het is niet nodig te zoeken naar wat waar is, maar wel naar wat onwaar is.” (T16.IV.6:1-2). Dat worden wij geacht te doen. De instructie om te zoeken wordt in de Cursus vaak herhaald, omdat het de correctie is voor de strategie van het ego zijn denksysteem te verdedigen door zijn oorsprong (de denkgeest), zijn doel (onnadenkendheid), en zijn gevolgen (pijn) verborgen te houden. Wanneer we de blokkades vinden (bijv. een oordeel, elke vorm van speciaalheid), worden wij vervolgens gevraagd om niet door hun vermommingen misleid te worden, maar er de keuze van de denkgeest in te zien met het plan van het ego samen te spannen om de wereld werkelijk te houden.
Je niet langer met het oordeel van het ego identificeren is het uiteindelijke doel van de Cursus. Op die manier zullen we uiteindelijk leven ‘alsof we geen ego hadden’. Dagelijkse beoefening van de Cursus zal ons daarheen leiden, maar dat is nog niet volledig verwezenlijkt. We kunnen gemakkelijk de halleluja-aanpak vermijden door waakzame observatie van de vele oordelen die in de loop van de dag het bewustzijn binnenstromen. Die welke we opvangen zijn genoeg om ons nederig te houden, laat staan die welke we missen. Omdat de moeder van het halleluja-type ontkenning is, houdt het niet ontkennen van onze oordelen en gevoelens ons scherp en met de neus in de juiste richting. De Heilige Geest is hier om ons te vertellen dat er een andere manier is om naar alles in ons leven te kijken. Zoals ons in de inleiding van het Werkboek word gezegd: “Het doel van het werkboek is je denkgeest systematisch te trainen in een andere waarneming van alles en iedereen in deze wereld.” (WIn.4:1). Deze “andere waarneming” is niet die van het ego. Dus als we deze manier van denken ontwikkelen, en leren leven onder leiding van de Heilige Geest, leven we ‘alsof we geen ego hadden’. Dat betekent niet dat het ego verdwijnt, noch dat het wordt ontkend. Het betekent dat als het ego zich laat zien, het niet de beste zitplaats in huis gegeven hoeft te worden. Wanneer het wordt herkend, en zijn geheime agenda blootgelegd wordt, heeft het niet langer het gewicht dat het voordien had. Zelfs het simpele feit te weten dat er een andere Gast is tot Wie we ons kunnen richten, vermindert de greep van het ego. Ja, in werkelijkheid is de wereld een illusie, maar zolang we geloven dat zij werkelijk is blijven we normaal functioneren. Het enige verschil is dat we alles leren interpreteren in het licht van het vergevingsonderricht van de Cursus, en het doel van het verwijderen van de blokkades voor het bewustzijn van liefde. Wanneer weerstand in de vorm van agitatie zich openbaart, kan het behulpzaam zijn je te herinneren dat slechts “een beetje bereidwilligheid” vereist is, en dat “…hoeft niet volmaakt te zijn, want de Zijne [van de Heilige Geest] is dat. Als je Hem slechts een beetje ruimte geeft, zal Hij die zozeer verlichten dat je die van harte groter zult laten worden. En door die groei zul jij je de schepping beginnen te herinneren.” (T11.II.6:6-8).