Ik begrijp niet hoe Een cursus in wonderen aankijkt tegen inspanning om je persoonlijke omstandigheden te verbeteren of om anderen te helpen. Is je inspannen om wat dan ook te doen de moeite waard in termen van de Cursus? Ik werk bijvoorbeeld als vrijwilliger met kinderen. Is dat de moeite waard? Hoe zit het met het geven van geld om anderen te helpen die het minder goed hebben dan ik? Is dat juist een weerspiegeling van mijn schuld? En als ik een opleiding wil volgen? Is dit volgens De Cursus gewoon mijn ego dat zich probeert te verbeteren voor een eervolle vermelding en meer salaris? En hoe zit het met sporten en een gezonde levensstijl? Zoals ik De Cursus begrijp versterken pogingen om de fysieke gezondheid te verbeteren de gehechtheid aan het ego. Dus waarom zou ik moeite doen?
Antwoord: Ongetwijfeld hebben veel studenten van Een cursus in wonderen zichzelf deze vragen gesteld. Maar het is belangrijk om te onthouden dat De Cursus geen gids voor gedrag is. Hij is er alleen op gericht ons te motiveren het ego door de Heilige Geest te vervangen als onze innerlijke Leraar. Daarom zegt Jezus in De Cursus nooit iets over wat we moeten doen. Hij leert ons liever om ons bij alles af te vragen: “Wat is het doel?” (T4.V.6:8-9). Ook zegt hij ons dat wij alles wat we zien alle betekenis geven die het voor ons heeft (WdI.2). Met andere woorden: niets hier heeft enige inherente betekenis. Dingen betekenen wat ze in onze denkgeest symboliseren.
Nu is het waar dat we aanvankelijk in slaap zijn gevallen en deze wereld bij elkaar gedroomd hebben, omdat we naar het ego luisterden. Dus aan de ene kant is alles hier een symbool voor onze ogenschijnlijke afscheiding en triomf over God. Aan de andere kant, nu we deze droom eenmaal hebben, kunnen we ervoor kiezen om hem opnieuw te interpreteren met de Heilige Geest als onze Gids. Wanneer we dat doen wordt alles een symbool van vergeving, wat ons helpt om steeds dichter bij het ontwaken in Gods Liefde te komen. Hiertoe spoort De Cursus ons aan: gebruik deze wereld als een leerschool in vergeving tot je haar niet meer nodig hebt.
Het helpt als je beseft dat de Cursus op twee niveau’s is geschreven. Op niveau een – het niveau van absolute waarheid – is deze wereld een droom. Maar op niveau twee – binnen de droom waar we allemaal denken te zijn – is deze wereld óf een gevangenis óf een leerschool. En dus wil Jezus niet dat we voorwenden te denken dat deze wereld een illusie is. Hij adviseert ons eerder: “Gebruik alle kleine namen en symbolen die de wereld van de duisternis kenschetsen. Maar aanvaard ze niet als jouw werkelijkheid” (WdI.184.11:1-2). Dat betekent dat we alle dingen blijven doen die zogenaamd normale mensen doen, maar met een ander doel. Als we stoppen met alle activiteiten waarvan wij denken dat ze voortkomen uit onjuist gericht denken, dan onthouden we de Heilige Geest het speelveld waar hij ons denken kan corrigeren. Dus nogmaals: we veranderen niet wat we doen, alleen hoe we denken over wat we doen.
Je vroeg of het geven van geld aan anderen en een opleiding volgen de moeite waard zijn vanuit het perspectief van De Cursus. Het antwoord is: vanuit het perspectief van De Cursus is uitbreiding van liefde de moeite waard, maar projectie van schuld niet. Of je je al dan niet bezighoudt met een bepaalde activiteit hangt af van wat het voor jou symboliseert. Daarom zegt Jezus: “Het leerplan is hoogst persoonlijk toegesneden” (H29.2:6). Als je vermoedt dat je om de verkeerde redenen je aangetrokken voelt tot een activiteit dan is dat het volmaakte moment om de Heilige Geest eenvoudigweg te vragen er samen met jou naar te kijken. Hij brengt liefde in de situatie en dan weet je wat je moet doen.
Je vroeg ook of pogingen om de lichaamsconditie te verbeteren gehechtheid aan het ego versterken. De Cursus laat ons weten: “Het lichaam is iets volkomen neutraals” (WdII.294) en als je het bestaan ervan ontkent dan bega je “een bijzonder onwaardige vorm van ontkenning” (T2.IV.3:11). Het is duidelijk dat Jezus niet wil dat we niet langer voor ons lichaam te zorgen als pad om het ego los te laten. Want het lichaam ontkennen is alleen maar de keerzijde van te veel toegeven aan de wensen ervan. Zolang we ons met het lichaam identificeren, moeten we het simpelweg de zorg en aandacht geven die het nodig heeft. Tegelijkertijd vragen we om hulp opdat we herkennen dat het geen macht heeft om onze denkgeest te beïnvloeden.
Het feit dat je je afvraagt: “waarom moeite doen”, maakt het aannemelijk dat je in een van de klassieke egovalkuilen bent gelopen. We hebben het ego als gids aangenomen omdat het ons ervan overtuigd heeft dat we worden vernietigd als we iets anders doen. Vervolgens komt De Cursus ons vertellen dat we veel beter af zijn als we de Heilige Geest kiezen als onze innerlijke Leraar. Het ego weet dat als we deze boodschap geloven dan is zijn spel uit. Dus het stuurt een signaal dat waarschuwt: ‘Als je de boodschap van liefde en vergeving van Jezus aanvaardt, dan verlies je!’ Het vertelt ons niet dat we alleen onze pijn en schuld kwijtraken en dat we de blijvende innerlijke vrede en het ware geluk bereiken, die we altijd al wilden.
Wanneer je een knagend gevoel van verlies of wanhoop ervaart omdat je student van De Cursus bent, dan komt dat omdat het ego naar binnen is geslopen en jouw studiepartner is geworden. Wees er zeker van dat onze reis terug naar de Hemel en naar Gods Liefdevolle Armen niet is gebaseerd op offers. Noch Jezus, noch de Heilige Geest dwingt ons ooit om iets op te geven dat we werkelijk verlangen.