Kun je de Heilige Geest, specifieke zaken, en het uiteindelijk doel van Een cursus in wonderen uitleggen?
Antwoord: Jezus vertelt ons in de Cursus dat de Heilige Geest “de Christus-Denkgeest [is] die zich bewust is van de kennis die voorbij de waarneming ligt” (T5.I.5:1); Hij “bevindt zich in je juiste denken, zoals Hij ook in het mijne was” (T5.I.3:3). Met andere woorden: de Heilige Geest is de herinnering van Gods Liefde, die in onze denkgeest is gebleven toen we in slaap vielen en begonnen te dromen van deze wereld van afscheiding. We kunnen aan Hem denken als aan een innerlijke Leraar tot Wie we ons voor leiding kunnen wenden. Hij zal onze pijnlijke gedachten van afscheiding corrigeren met gedachten van vergeving, die de waarheid weerspiegelen dat we nog steeds “thuis in God [zijn], en [dromen] van ballingschap, maar volmaakt in staat [zijn] om te ontwaken tot de werkelijkheid” (T10.I.2:1).
Over specifieke of concrete zaken zegt de Cursus: “De Heilige Geest zal ieder specifiek probleem beantwoorden, zolang jij gelooft dat problemen specifiek zijn” (T11.VIII.5:5). Dan vertelt hij ons verder: “Problemen zijn niet specifiek, maar ze nemen specifieke gedaanten aan, en deze specifieke vormen stellen de wereld samen” (T27.V.8:1). De Cursus laat ons dus weten dat er een liefdevolle aanwezigheid is waartoe we ons kunnen wenden voor hulp bij de specifieke uitdagingen die we in ons leven tegen lijken te komen. Tegelijkertijd zet het een leerplan uiteen, dat ons ertoe leidt te beseffen dat de veelheid aan specifieke problemen die we denken te hebben, slechts een weerspiegeling is van het enige werkelijke probleem – ons geloof dat we bestaan ten koste van God, en het verdienen om daarvoor gestraft te worden.
Jezus wil dat we de specifieke problemen in ons leven gebruiken als klaslokalen die ons uiteindelijk zullen helpen te ontwaken. De eerste stap in dit proces is om ons problemen naar het licht van de Heilige Geest in onze denkgeest te brengen, zodat Hij ze op een liefdevolle manier kan herinterpreteren. Dit hoeft het probleem niet noodzakelijkerwijs op het niveau van de vorm te veranderen, maar het zal al de pijn en het conflict ervan voor ons wegnemen. Na verloop van tijd zullen al onze specifieke zaken steeds meer op elkaar gaan lijken, en we zullen automatisch ophouden de Heilige Geest om hulp te vragen bij onze specifieke problemen, en Hem in plaats daarvan vragen om - een parafrase van een zin uit de Cursus - ons denken over onze problemen te veranderen.
Dit brengt ons bij het uiteindelijke doel van de Cursus. Het nogal ambitieuze doel van de Cursus is ons te onderwijzen dat deze wereld niets meer is dan een “uiterlijke weergave van een innerlijke toestand” (T21.In.1:5), dat deze toestand ons ellendig maakt, en dat we – met hulp van de Heilige Geest – de macht hebben om dat te veranderen. De Cursus wil de verandering van deze innerlijke toestand tot het middelpunt van ons leven maken. We zouden het bestuderen van deze Cursus kunnen beschouwen als de eerste stap op een levenslange reis van vergeving, en een altijd toenemend zelfbewustzijn.
Als student van de Cursus is het belangrijk te onthouden: “Deze cursus is een begin, niet een einde” (WdII.nw.1:1). Het einde van de reis – de werkelijke wereld – komt wanneer we, net zoals Jezus, niets anders dan de Heilige Geest in onze denkgeest hebben. Gelukkig is wanneer dat gebeurt en hoe dat eruit ziet niet onze zorg.