Het lijkt wel of wat ik als ‘angstaanvallen’ ervaar, veel erger is geworden sinds ik opnieuw met Een cursus in wonderen begonnen ben (na een onderbreking van 10 jaar). Deze aanvallen zijn zo intens angstaanjagend en zo moeilijk te omschrijven; ze zijn totaal verlammend. Het is alsof ik compleet overspoeld wordt door uiterst zwarte wolken; of dat ik in een zwart moeras naar beneden wordt getrokken in een afgrond van wanhoop. Het voelt aan alsof de Cursus je reinste waanzin is, alsof ik gek word. Mijn hersenen lijken te stoppen met functioneren. Hulpkreten aan de Heilige Geest lijken niet gehoord te worden; dan word ik kwaad op Hem en ben ik ervan overtuigd dat alles één groot bedrog is – een oefening in de uiterste ontkenning van wat er in deze wereld en met mij gebeurt. De verwarring is heel compleet en ik lijk me niet meer te kunnen oriënteren. Deze voorvallen kunnen uren of dagen (en soms weken, maanden en zelfs jaren) duren; de medische aanpak (anti-depressiva, therapie) heeft me nooit voor langere tijd geholpen. Ik ben nooit tot op de bodem hiervan doorgedrongen, hoe vaak ik ook gevraagd heb om me dit te tonen; gezegd heb dat ik bereid ben ernaar te kijken. Niets. Alleen maar steeds meer hiervan. En de lessen doen lijkt een farce. Is het echt mogelijk dat het ego op deze manier voor zijn voortbestaan vecht? Ik stel hem steeds gerust dat hij niet gedood zal worden, dat de rollen alleen zullen worden omgekeerd (‘wees meester van het ego, niet zijn dienaar’). Het maakt geen verschil.
Antwoord: Angst, hoe intens ongemakkelijk die ook aanvoelt, is gewoon een van de vele verdedigingen van het ego om zichzelf in stand te houden. Qua doel is het niet anders dan woede, depressie, verveling, schuld, of de waaier van andere emoties die we in ons leven als lichaam ervaren (zie bijvoorbeeld WdI.5.1:3-4). Je moet een paar dingen in ogenschouw nemen. Hoewel het jouw ervaring is dat je bereid bent je angst tot op de bodem te bekijken, maar dat je smeekbeden hieromtrent tevergeefs zijn, is er in werkelijkheid niemand anders dan jijzelf die je bewust kan maken van je diep verborgen gedachten. Noch Jezus, noch de Heilige Geest, noch iemand anders kan dat doen. De rol van Jezus of de Heilige Geest bestaat erin om samen met jou te kijken naar wat jij in je bewustzijn toelaat, maar ze spelen geen actieve rol in het aan het licht brengen van de inhoud van het onbewuste.
Jouw deel in dit proces en dat van de Heilige Geest, wordt duidelijk omschreven in de volgende passage: “De Heilige Geest vraagt slechts dit van jou: breng Hem ieder geheim dat jij voor Hem hebt weggesloten. Open iedere deur voor Hem, en nodig Hem uit de duisternis binnen te komen en die door Zijn licht te laten verdwijnen. Op jouw verzoek komt Hij graag binnen. Hij brengt het licht naar de duisternis als jij de duisternis voor Hem openstelt. Maar wat jij verborgen houdt, kan Hij niet zien. Hij ziet voor jou, en Hij kan niet zien als jij niet samen met Hem kijkt. De visie van Christus is niet voor Hem alleen, maar voor Hem samen met jou. Breng dan ook al je duistere en geheime gedachten bij Hem, en bekijk ze samen met Hem. Hij houdt het licht vast, jij het duister. Ze kunnen niet naast elkaar bestaan wanneer Jullie beiden er samen naar kijken. Zijn oordeel moet wel zegevieren, en Hij zal jou dit geven wanneer jij jouw waarneming met de Zijne verbindt” (T14.VII.6; onze cursivering). Je moet de donkere en geheime gedachten zelf blootleggen en ze naar Zijn Licht brengen, waar je er samen naar kunt kijken en ze zien verdwijnen.
Het is dus wellicht nuttig te erkennen dat jij degene bent die verantwoordelijk is voor het brengen van de duisternis naar het licht, en dat jij op dit moment liever angstaanvallen hebt dan dat je in contact komt met wat jij gelooft dat onder de angst verscholen ligt. Daar is niets mis mee en hierdoor erken je alleen maar eerlijk dat de macht om te beslissen zoals altijd bij jou ligt en bij niemand anders (T8.IV.5:7-14; T14.III.4:3).
Wat je ook nog in overweging dient te nemen is dat de Cursus naar veel meer leidt dan het omkeren van de rol van het ego, en of jij je daar nu bewust van bent of niet, op een bepaald niveau is jouw ego dat wel. Als je het pad blijft volgen waarlangs de Cursus je leidt, zal het ego op het einde van die reis niet alleen meer hanteerbaar voor je zijn, maar hij zal letterlijk verdwijnen, en samen met hem het zelf waarvan je momenteel gelooft dat jij dat bent. Nu gebeurt dit niet voordat het vergevingsproces voltooid is, maar het ego, waarmee jij je vereenzelvigt, gelooft dat het letterlijk voor zijn leven vecht, hoewel het ego niet gedood of vernietigd zal worden, zoals je zelf zegt. Je zult gewoon tot de erkenning komen dat het niets is (VvT2.2:1-2). Maar zolang je met het ego vereenzelvigd blijft, moet ook jij grote angst ervaren en bang zijn voor de implicaties van de boodschap van de Cursus.
Tenslotte nog dit: je wilt er zeker van zijn dat je jezelf niet onder druk zet om de Cursus te bestuderen als je daar gewoon nog niet klaar voor bent. Aan het einde van het Tekstboek waarschuwt Jezus ons: “En als je bemerkt dat je weerstand sterk en je toewijding zwak is, ben je er nog niet klaar voor. Vecht niet tegen jezelf” (T30.I.1:6-7). De Cursus moet een mild proces zijn, maar onze weerstand kan ervoor zorgen dat hij angstaanjagend en zelfs pijnlijk lijkt. Dus wees eerst en vooral mild voor jezelf.
In de eerdere V#155 en V#355 werd de kwestie van paniekaanvallen besproken; er staan wat opmerkingen in die nuttig kunnen zijn. Bovendien staan er in V#144 wat gedachten over angst vanuit het perspectief van de Cursus.