Ik kan best vergeven wanneer het over interactie tussen mezelf en iemand anders gaat. Maar ik vind het moeilijk om aanvallen op een kind van 14 jaar te vergeven. Mijn pogingen om mijn echtgenoot te vergeven voor de aanvallen die hij richt op mijn zoon (zijn stiefzoon) zijn maar gedeeltelijk succesvol omdat de aanvallen doorgaan. Toch heb ik mijn best gedaan om de Heilige Geest te vragen om mij de situatie anders te laten zien. Hoe kan ik veranderen?
Antwoord: Waarnemen dat iemand anders oneerlijk wordt behandeld, is hetzelfde als waarnemen dat je zelf oneerlijk behandeld wordt. Het is de projectie van schuld voor onze aanval op het Zelf, door Zijn ware Identiteit als Gods Zoon te ontkennen, en in plaats daarvan te kiezen voor identificatie met het ego. In de versie van het ego van wie we zijn (afgescheiden lichamen), is iedereen in iedere relatie aan het projecteren, aanvallen en verdedigen. Dat is hoe “het spel van schuld” (T26.X.4:7) wordt gespeeld, en daarin verliest iedereen. Wat oorspronkelijk verloren is gegaan is het bewustzijn van onschuld in de denkgeest. Dit wordt dan in de wereld ervaren als het verlies van vrede, wat veroorzaakt lijkt te worden door de aanvallen van de een op een ander. Het doet er niet toe wie waargenomen wordt als slachtoffer of dader, het resultaat is hetzelfde: identificatie met het lichaam wordt bevestigd, verdedigd en in stand gehouden. En dit is weer nodig om het geloof in de afscheiding levend te houden. De eerste stap in het veranderen van waarneming van slachtofferschap is de erkenning dat het in feite deze dynamiek is die werkzaam is, ongeacht de oordelen en gevoelens die je over de situatie hebt, of wat de omstandigheden zijn. Deze oordelen en gevoelens worden niet ontkend, maar hun ware bron (overtuigingen die je vasthoudt in de denkgeest) moet eerst erkend worden voordat verandering kan plaatsvinden.
Een belangrijk doel van Een cursus in wonderen is te onderwijzen dat iedereen een denkgeest heeft (ook kinderen) en dat er een aanval op jezelf plaatsvindt in de denkgeest wanneer je voor het ego kiest. De erkenning dat de denkgeest de bron van schuld is vanwege de keuze voor het ego, die vervolgens op iemand anders geprojecteerd wordt, is al een verandering in de manier waarop de situatie wordt bezien. Een beetje bereidwilligheid om de werkzaamheid van projectie te herkennen, is voldoende om het proces van vergeving te beginnen. Dat is de enige verandering van betekenis. Dat houdt bereidwilligheid in om je man te vergeven “voor wat hij niet heeft gedaan” (T17.III.1:5). Hij heeft jouw zoon aangevallen, maar hij heeft zijn of jouw vrede niet weggenomen. Dat kan alleen gedaan worden door ieders eigen keuze in de denkgeest. Wanneer je dit begrijpt, wordt het duidelijk dat vergeving totaal is, en op gelijke wijze van toepassing op je man, je zoon en anderen.
Wanneer er een aanval is, kan de Heilige Geest helpen als we bereid zijn te erkennen dat we al geoordeeld hebben over de situatie en dat we ongelijk hebben in onze interpretatie. Alleen dán kan de Heilige Geest onze waarneming vervangen door die van Hem. Elke keer dat je denkt dat de aanval een werkelijk gevolg heeft gehad, sluit je je af voor de boodschap van de Heilige Geest. Want dan heb je al de keuze gemaakt om naar het ego te luisteren, die vertelt dat het lichaam werkelijk is en dat aanvallen van buiten de denkgeest de bron zijn van pijn en conflict. In les 24 van het Werkboek vinden we een manier om de stoorzender van het ego uit de weg te ruimen, door zijn boodschap te veralgemeniseren naar alle relaties. De les luidt (iets geparafraseerd): “Wij zien niet wat iemands hoogste belang is” (WdI.24). We moeten daarom al onze verwachtingen van relaties, en alle dingen waarvan we denken dat ze anderen geluk en welzijn brengen, in twijfel trekken. Ze zijn allemaal gebaseerd op het geloof dat we lichamen zijn.
Als we op z’n minst bereid zijn om twijfel in dit geloofsysteem te brengen, dan zal dit de deur openen voor de Heilige Geest. Dan ontvangen we Zijn waarneming van een situatie waarvan het leek dat alleen de interpretatie van het ego van toepassing was. In de Cursus onderwijst Jezus dat iedereen in alle relaties hetzelfde uitleeft: dezelfde keuze, dezelfde schuld en dezelfde angst. Dat is waar relaties voor zijn en dat is waarvoor we in de wereld kwamen. En dat is wat wij moeten inzien, zodat de Heilige Geest ze voor ons kan herinterpreteren. Hoewel de aanvallen misschien niet ophouden, zal de manier waarop ze worden waargenomen veranderen met de hulp van de Heilige Geest.
Het is altijd moeilijk om te zien dat mensen van wie we houden worden aangevallen. De keuze om het licht van de Heilige Geest in een conflict uit te nodigen, zal de last verlichten die je voelt wanneer je probeert het op te lossen. En Zijn vrede zal de pijn en spanning geleidelijk verzachten. Er kan geen grotere troost zijn dan de erkenning dat ons lichaam niet onze ware identiteit is en dat aanval vrede niet hoeft te vernietigen. Of het gedrag van je man nu wel of niet verandert, op enig niveau zal de vrede die jij ervaart - door jouw aanvaarding van de definitie van de Heilige Geest van wat we zijn en van Zijn interpretatie van aanval - naar je man en ook naar je zoon gecommuniceerd worden. Een van jullie heeft voor innerlijke gezondheid gekozen door voor de Heilige Geest en het juiste denken te kiezen. Jij, je man, en je zoon zullen op die manier weten (nogmaals: op enig niveau maar niet noodzakelijkerwijs bewust) dat de oorspronkelijke aanval - het geloof in de afscheiding - geen werkelijk gevolg heeft gehad. Met dit bewustzijn zal, wát je ook besluit te doen om je man en je zoon te helpen, jouw vrede een troost zijn voor jouzelf en voor hen.