De afgelopen paar weken ben ik gaan merken hoe vaak ik om aandacht schreeuw, mezelf probeer superieur te maken, iemand probeer neer te halen, probeer opgemerkt te worden, enzovoort. Dat alles, zo lijkt het, gedreven door mijn behoefte me ‘speciaal’ te voelen. Het feit dat ik dit zo helder opmerk maakt me heel gelukkig, en door het feit dat ik mezelf niet terechtwijs wanneer ik merk dat ik het doe voel ik me nog blijer. Mijn vraag is: wat moet ik doen zodra ik het merk? Ik heb het gevoel dat ik iets moet doen om het te ‘veranderen’, maar ik vermoed dat dit eigenlijk is wat ik niet zou moeten doen. Als dat zo is, wat doe ik dan met dit besef?
Antwoord: Blijf erbij. Je hebt gelijk, het is niet noodzakelijk iets te veranderen. In feite kunnen we de illusies die het ego voortbrengt niet veranderen, en dat proberen wel te doen geeft hen een kracht die ze in werkelijkheid niet hebben. Het enige wat nodig is, is de bereidheid de streken van het ego te herkennen voor wat ze zijn (effecten van de keuze van de denkgeest voor afscheiding), het doel te zien dat zij dienen door ons gehecht te houden aan het lichaam, en de hulp van de Heilige Geest te vragen om een andere keuze te maken. Dit is eenvoudig genoeg. Het probleem van onze hevige gehechtheid aan speciaalheid betekent dat we niet altijd de hulp van de Heilige Geest willen, omdat we onze speciaalheid nog méér willen. Echter, als je blijft opmerken/kijken, dan zul je zien hoe deze speciaalheid de oorzaak is van gevoelens, variërend van mild ongemak tot intens schuldgevoel, ondanks het feit dat je jezelf niet voor deze speciaalheid veroordeelt. Als de pijn van deze gevoelens ondraaglijk wordt wekt hij in ons een dieper verlangen naar genezing, dat ons van de duisternis van onze gehechtheid aan speciaalheid opschuift naar het licht van wie wij werkelijk zijn als Gods onschuldige Zoon.
Het is belangrijk te onthouden dat je toegenomen bewustwording niet betekent dat je jouw speciaalheid méér koestert, nu je die opmerkt. Het betekent dat je nu weet waar het ego op uit is, en dat is heel belangrijk. Wanneer de denkgeest ervoor kiest zich met het lichaam te identificeren, ontkent hij zijn werkelijke identiteit als geest, en wist die aldus uit het bewustzijn. Daarom zijn we ons niet bewust van de keuzeactiviteit van de denkgeest, maar kunnen we ons, zoals je beschrijft, wel van de effecten gewaar worden van de keuze die de denkgeest maakt. Dit besef, tot stand gebracht en bevorderd door te kijken naar de specifieke vorm die de keuze voor afscheiding in onze relaties aanneemt, is voor ons de enige manier om ons te leren identificeren met de denkgeest in plaats van met het lichaam. Alleen door te leren dat we denkgeest zijn kunnen we de macht van de denkgeest gebruiken om niet voor afscheiding te kiezen. Het besef waarover je het hebt is een heel belangrijke stap uit de ontkenning, de hoeksteen van het ego. Als ‘niet zien’ ons in het probleem van afscheiding geworteld houdt, dan is ‘zien’ duidelijk het begin van de oplossing. Het ego gedijt op ontkenning; de Heilige Geest biedt ons bewustzijn. Om ons uiteindelijk bewust te worden van de herinnering van Gods Liefde die in onze denkgeest aanwezig is, moeten we ons eerst bewust worden van alle verdedigingen die we tegen die Liefde opgeworpen hebben. Dus het enige wat nu te doen is, is blijven kijken, zonder oordeel maar met de waakzaamheid die vereist is: “[…] waakzaamheid [is] van het grootste belang […] voor de waarheid is [zij] onnodig, maar [zij] is beslist nodig tegen illusies.” (T6.V.C.8:6,9).
De belangrijke ‘opeenvolging van gebeurtenissen’ om te onthouden als je waakzaam blijft kijken is: 1) wat je ziet (speciaalheid, oordeel, projectie) is het gevolg van de keuze van de denkgeest voor afscheiding; 2) die keuze is de werkelijke oorzaak van alle pijn en angst in ons leven en in onze wereld; 3) de denkgeest heeft de macht anders te kiezen. Besef is dus de ‘parel van grote waarde’ in het leerplan dat Een cursus in wonderen heeft uitgezet om ons ertoe te leiden uiteindelijk de keuze voor God te maken.