Ik heb dit eerder in een andere vorm gevraagd, maar mijn vergevingspad lijkt een beetje te verschillen van dat van anderen. Meestal hebben we een probleem met schuld en dan ontdekken we dat de toorn die we op onszelf richtten vanuit een onjuiste gerichtheid van denken kwam. Maar ik merk ook dat ik de neiging heb de vaardigheden en goede intenties van anderen te over-idealiseren en wanneer ik dan vergeef zie ik soms hun ware motieven. Kun je hierop reageren?
Antwoord: Dit is de keerzijde van overdreven kritisch zijn en alleen tekortkomingen zien in anderen. Er is een middenweg waarbij je erkent dat we allemaal een juist-gerichte denkgeest hebben en een onjuist-gerichte denkgeest, en het vermogen daartussen te kiezen, en dat we, totdat onze denkgeest genezen is, meestentijds door het ego gemotiveerd worden. Dat betekent dat we allemaal op zoek zijn naar onze eigen belangen, zodat we onze speciaalheid kunnen beschermen en krijgen wat we willen. Het proces van vergeving houdt ten eerste in haat, hebzucht, zelfzucht, enzovoort te herkennen, het niet te ontkennen of proberen het mooier te maken. Dan – door deze ego manifestaties niet de veroordelen – zul je er steeds minder persoonlijk door worden geraakt en tenslotte in staat zijn eraan voorbij te zien naar de liefde de ze verbergen.
Het idealiseren van de vaardigheden en goede intenties van mensen is een vorm van speciale liefde: je ziet deze mensen als anders, en ze voldoen aan een specifieke behoefte van jou. Maar speciale liefde bedekt altijd haat, en daarom ben je dan geneigd hun egotrekken te zien wanneer je een moment van juist-gericht denken hebt. In die denkstaat ben je niet langer gedwongen anderen te zien zoals ze voor jou (je ego) moeten zijn. Je bent daarom objectiever in het zien van wat er is – zowel de juist-gerichte als de onjuist-gerichte denkgeest. En er is geen angst om naar de duisternis in je eigen denkgeest of in die van anderen te kijken.