Aangezien ik op mijn spirituele pad vorderingen heb gemaakt, is nu mijn enige zorg dat ik in mijn oude denken terugval. Deze momenten zijn steeds minder frequent. Maar wat is de beste manier om over deze gevoelens heen te komen en om angstmomenten te hanteren? Wanneer ik het gevoel heb dat ik geslaagd ben voor bijna alle ego-testen, dan wordt mijn gewicht een punt en is iedere volmaaktheid die ik naar mijn gevoel bereikt heb zinloos omdat ik niet knap of slank ben. Hoe kan ik hiermee omgaan? Ik heb het gevoel dat ik alles al heb geprobeerd.
Antwoord: Een cursus in wonderen zegt dat het er niet om gaat wat we van ons lichaam, van onze persoonlijkheid of van andere aspecten van ons individuele zelf denken. Het uiteindelijke probleem is dat we van onszelf denken dat we lichaam zijn. Onze volmaaktheid heeft niets met het lichaam te maken, want volmaaktheid is alleen iets van de geest, die al volmaakt is (T2.V.1:8) en waar op geen enkele manier iets aan kan ontbreken. Welnu, het is duidelijk dat de meesten van ons zich nog steeds met dit individuele zelf identificeren. Jezus vraagt ons niet onze ervaringen en gevoelens te ontkennen – dat zou geen enkel zinvol doel dienen. Maar het is nuttig te onderkennen dat deze Cursus ons uiteindelijk voorbij iedere lichamelijke identificatie leidt (bijvoorbeeld T1.I.29:3), zodat wij onze angsten en zorgen in een ruimere context kunnen gaan plaatsen.
Onze angsten en lichamelijke zorgen houden ons in het ego-denksysteem verankerd (T29.II.9,10). Er hoeft echt niets aan gedaan te worden, behalve die gevoelens erkennen wanneer ze ontstaan, en zien dat ze het geloof – dat we er allemaal op nahouden – versterken dat wij afgescheiden, kwetsbaar en niet geliefd zijn. Onze waarneming van ons lichaam verschuift als wij onze denkgeest onder andere leiding plaatsen. Dit heeft niets met fysieke veranderingen in het lichaam zelf te maken, maar enkel met het doel dat wij erin zien. Zoals Jezus uitlegt: “Het lichaam is mooi of lelijk, vredig of woest, nuttig of schadelijk, al naargelang het gebruik dat ervan wordt gemaakt. […] Als het lichaam een instrument wordt dat jij aan de Heilige Geest geeft om ten behoeve van het verenigen van het Zoonschap te gebruiken, zul jij in iets fysieks niets anders zien dan wat het is. Gebruik het voor de waarheid en je zult het waarheidsgetrouw zien. Misbruik het en je zult het misverstaan, want dat heb je al gedaan door het te misbruiken. Interpreteer iets, wat ook, los van de Heilige Geest, en je zult het wantrouwen. Dit zal jou tot haat en aanval en verlies van vrede voeren”(T8.VII.4:3,5-9).
Met misbruiken van het lichaam bedoelt Jezus dat wij ons eigen lichaam zien als middel om in onze eigen individuele speciaalheids-behoeften te voorzien. Tegelijk zien wij het lichaam van onze broeders als oorzaak van al ons lijden en ons niet gelukkig voelen, hetzij vanwege hun aanvallen die op een directe manier pijn veroorzaken, of doordat zij nalaten te doen wat wij willen dat ze voor ons doen. In tegenstelling tot het gebruik dat het ego ervan maakt, laat de Heilige Geest ons inzien dat het lichaam slechts het scherm is waarop wij de schuld van de denkgeest over ons geloof in afscheiding en aanval hebben geprojecteerd. Met die erkenning kunnen wij vervolgens die schuld in de denkgeest aan de Heilige Geest overdragen, zodat ons lichaam nu een instrument wordt voor het communiceren van Zijn Liefde en vergeving.
In de alinea’s voorafgaand aan de zojuist geciteerde zinnen, merkt Jezus op: ”Onthoud dat de Heilige Geest het lichaam uitsluitend als een communicatiemiddel interpreteert. Aangezien Hij de Communicatieschakel tussen God en Zijn afgescheiden Zonen is, interpreteert de Heilige Geest alles wat jij gemaakt hebt in het licht van wat Hij is. Het ego scheidt door middel van het lichaam. De Heilige Geest reikt door middel van het lichaam naar anderen. Jij neemt je broeders niet waar zoals de Heilige Geest dat doet, omdat jij lichamen niet louter als middel beschouwt om denkgeesten onderling te verbinden en ze te verenigen met die van jou en mij. Deze interpretatie van het lichaam zal jou volkomen van gedachten doen veranderen over de waarde ervan. Van zichzelf heeft het er namelijk geen.
Als jij het lichaam voor een aanval gebruikt, berokkent het jou schade. Als je het alleen gebruikt om de denkgeest te bereiken van hen die geloven dat ze een lichaam zijn, en hun door middel van het lichaam leert dat dit niet zo is, zul jij de macht van de denkgeest die in jou is begrijpen. Als jij het lichaam enkel en alleen hiervoor gebruikt, kun je het niet gebruiken om aan te vallen. Dienend om te verenigen wordt het een prachtige les in gemeenschap, die waarde heeft tot er gemeenschap is. Dit is Gods manier om onbegrensd te maken wat jij begrensd hebt. De Heilige Geest ziet het lichaam niet zoals jij het ziet, omdat Hij weet dat de enige werkelijkheid van iets, wat ook, de dienst is die het God bewijst ten behoeve van de functie die Hij eraan geeft” (T8.VII.2,3).
De cassette of het boekje van Kenneth Wapnick, beide getiteld Overeating: A Dialogue zijn misschien nuttig voor je met betrekking tot kwesties rond gewicht en uiterlijk van het lichaam.