Ik ben al twintig jaar student van Een cursus in wonderen en heb mezelf nooit veel kunnen helpen. Ik lees het steeds weer opnieuw en denk dat ik het toepas, maar ik zie geen resultaten. Al meer dan een jaar heb ik pijn in mijn schouders en de pijn gaat maar niet weg. Onlangs werd mijn aandacht naar deze passages over ziekte in het Handboek getrokken: “Het is de keuze voor zwakheid in de valse veronderstelling dat het kracht is” (H5.I.1:5); “Iemand hoeft slechts te zeggen: ‘Dit kan mij totaal niets opleveren’ en hij is genezen” (H5.II.1:2). Kan het zijn dat ik niet werkelijk weet hoe ik ziekte moet opgeven, hoewel ik deze woorden steeds blijf zeggen en echt denk dat ik ze geloof?
Antwoord: Ja, dat is heel aannemelijk. In deze paragraaf in het Handboek legt Jezus vervolgens uit waarom we met zoveel inspanning weerstand bieden aan zijn onderwijs dat ziekte een beslissing van de denkgeest is en niets te maken heeft met het lichaam. Onze aanvaarding hiervan “kost de hele wereld die [we] zien, want het zal nooit meer zijn alsof de wereld over de denkgeest heerst” (H5.II.3:4). Dit betekent dat we niet langer de gedachte kunnen rechtvaardigen dat de wereld ons op enige manier kan beïnvloeden. Dit is een belangrijke verschuiving, op zijn zachts gezegd. Hij spreekt dus niet eenvoudigweg over het kwijtraken van fysieke pijn zodat we pijnvrij verder kunnen gaan met ons leven. Hij heeft het over een beslissing om het hele denksysteem in onze denkgeest, dat al ons denken en handelen beheerst, totaal te veranderen. Dan begrijp je waarom het steeds weer overlezen van deze woorden, hoewel een goed begin, nog lang niet het hele werk is.
In het Werkboek opent Jezus de les over het verlangen naar de vrede van God als volgt: ”Deze woorden uitspreken is niets. Maar deze woorden menen is alles” (Wdl.185.1:1,2). Datzelfde zou je over de passage over ziekte kunnen zeggen. Verderop in het Werkboek vertelt hij ons dat de aanvaarding van deze waarheden een proces is dat zich in fasen ontvouwt: 1) we herhalen de verklaringen veelvuldig; 2) we aanvaarden ze onder veel voorbehoud; 3) we gaan ze steeds serieuzer overwegen; en tenslotte: 4) aanvaarden we ze volledig zonder enig voorbehoud (zie WdII.284). Met andere woorden: in een deel van onze denkgeest zijn we ons helder bewust van de radicale veranderingen in ons denken die nodig zijn om volledig te aanvaarden wat Jezus onderwijst. En we zijn er niet geheel zeker van dat we zo ver willen gaan. We willen veel liever een compromis met hem sluiten en hem alleen onze problemen laten oplossen, zodat we gewoon door kunnen gaan zoals gebruikelijk, en alles zijn gangetje blijft gaan, maar dan met minder hindernissen. Dat is prima zolang je je realiseert dat, als je dat doet, je slechts op de eerste trede van de ladder staat, en dat hij je uitgenodigd heeft om met hem mee te gaan helemaal naar de bovenste trede. Het is uitermate belangrijk om hierin eerlijk te zijn naar hem toe en jezelf, net zoals het belangrijk is zacht te zijn voor jezelf en zonder oordeel over je angst en weerstand.
Het is dan ook beter om te niet focussen op het weg krijgen van de pijn (hoewel we hopen dat je medische hulp hebt gezocht), maar op het leren van de belangrijke les dat je innerlijke staat van vrede niet afhankelijk is van de afwezigheid van fysieke pijn. Dat is wat Jezus in de Cursus onderwijst. De vrede van God is constant, het is niet iets dat komt en gaat, afhankelijk van wat er in ons lichaam en de wereld gebeurt. Jezus bedoelt heel letterlijk dat we geen lichaam zijn, en hoe kunnen we dat beter leren dan wanneer we zozeer verleid worden om te geloven dat juist dat alles is wat we zijn. Er wordt ons dus gevraagd ons te leren vereenzelvigen met de vrede die onze ware Identiteit is als schepping van God, zonder te ontkennen dat we iets anders als werkelijk ervaren. Dat betekent veel meer dan we beseffen en daarom hebben we hulp nodig van een zachtaardige Leraar. Het is een geleidelijk proces waarin we steeds dieper onze denkgeest ingaan waar ons geheime doel verborgen ligt, zoals de twee passages waar je aandacht naartoe getrokken werd, en die je aanhaalt in je vraag, onthullen.
[Zie ook: V#980 ]