Niemand heeft afdoende uitgelegd waarom we behoefte hebben aan slapen en dromen. Nachtelijke dromen zijn een algemeen verschijnsel en het is juist dit aspect van onze ervaring waardoor we de werkelijkheid van onze wereld in twijfel kunnen trekken. We kennen de uitspraken van de Chinese filosoof Chuang Tzu over zijn droom dat hij een vlinder was. Ook hallucineren is heel zeldzaam en wordt als abnormaal beschouwd. Heeft het ego een fout gemaakt? Of zijn daarentegen slaapdromen een tussenkomst van de juist gerichte denkgeest om ons een hint te geven over de onwerkelijkheid van onze wereld? Of zijn ze misschien een uiting van een compromis tussen de juist gerichte denkgeest en de onwerkelijke wereld?
Antwoord: Alles wat het lichaam betreft – fysiek en psychologisch – maakt deel uit van het plan en de strategie van het ego om de afscheiding van God werkelijk te houden. Een cursus in wonderen geeft geen verklaring voor de lichamelijke verschijnselen van slaapdromen en hallucinaties, maar wijst ons er eerder op dat ze waarde hebben omdat ze ons leren hoeveel kracht onze denkgeest heeft om de werkelijkheid te vervormen ten behoeve van onze eigen doelen. Dit is de kern van "De basis van de droom" in hoofdstuk 18 van het Tekstboek (T18.II), waar Jezus enkele van de kenmerken van onze dromen beschrijft, zoals: "Dromen zijn chaotisch omdat ze geregeerd worden door je tegenstrijdige wensen, en hebben daardoor niets te maken met wat waar is. Ze zijn het beste voorbeeld dat je kunt krijgen van de manier waarop waarneming kan worden aangewend om de waarheid door illusies te vervangen. … Ze verschaffen zowel een treffend voorbeeld van het onvermogen van het ego om de werkelijkheid te verdragen als van jouw bereidheid om de werkelijkheid in zijn voordeel te veranderen. … Dromen laten jou zien dat je de macht hebt een wereld te maken zoals jij die graag wilt, en dat je die ziet omdat je die verlangt. En terwijl je die ziet twijfel je er niet aan dat ze werkelijk is. Niettemin is hier een wereld, duidelijk binnenin je denkgeest, die toch buiten je lijkt te zijn.” (T18.II.2:1-2,5; 5:1-3).
Aangezien we allemaal kunnen navoelen wat Jezus over onze dromen zegt, kan hij deze voorbeelden vervolgens gebruiken om ons te leren wat de dynamiek is die de hele tijd in onze denkgeest aan de gang is, maar waarvan we ons niet bewust zijn. Hoewel slapen en dromen aspecten zijn van de miscreaties van het ego, kunnen ze toch worden gebruikt om ons te helpen ons geloof in het denksysteem van het ego los te laten: " …de Heilige Geest [heeft] voor alle illusies die jij gemaakt hebt een andere toepassing, en daarom ziet Hij er een ander doel in. Voor de Heilige Geest is de wereld een plaats waar jij leert jezelf te vergeven wat jij als je zonden beschouwt."(WdI.64.2:2-3).
Het punt dat Jezus benadrukt is dat er geen verschil is tussen onze waakdromen en onze slaapdromen, het zijn verschillende vormen van dezelfde afscheidingsdroom en daarom kunnen ze de uitdrukking zijn van zowel een juist gerichte als een onjuist gerichte denkgeest. "Al jouw tijd wordt doorgebracht met dromen. Je slaapdromen en je waakdromen hebben verschillende vormen, meer niet. Hun inhoud is dezelfde."(T18.II.5:12-14).
[Zie ook: V#961 ]