Wat bedoelt Een cursus in wonderen met ‘vorm’ en ‘inhoud’? Hoe weet je dat je de Liefde van Christus of het Antwoord van de Heilige Geest ervaart? Ik heb 10 jaar met de Cursus gewerkt en ben een beetje gefrustreerd door het gebrek aan vooruitgang. Ik kan eenvoudigweg niet bedenken wie of wat ik nog moet vergeven. Ik geloof echt dat ik heilig ben en ‘zie’ de illusie waarin ik leef. En toch ontglipt de Hemel mij. Moet je een fysieke dood sterven om in de beloofde Hemel te komen? Ik ben erg benieuwd om te horen hoe anderen Liefde ervaren.
Antwoord: Het eerste wat we moeten begrijpen over vorm en inhoud is dat ze deel uitmaken van de droom van Gods Zoon en in werkelijkheid niet bestaan. Terwijl de Zoon slaapt lijkt hij een denkgeest te hebben, gescheiden van die van God. Deze denkgeest heeft slechts twee mogelijke ‘inhouden’ of gedachten: de gedachte van afscheiding of de herinnering van de eenheid met God. Bovendien heeft hij maar één activiteit: de macht om tussen deze twee te kiezen. Als de denkgeest eenmaal een van beide gedachten heeft gekozen neemt deze vorm aan. Deze vorm kan specifiek gedrag zijn, een ‘gedachte’ of oordeel dat de oorspronkelijke gedachte tot uitdrukking brengt. Zoals de Cursus vooraan in het Tekstboek zegt: “Al het denken produceert vorm op een of ander niveau” (T2.VI.9:14). Wanneer de inhoud van de denkgeest bestaat uit de keuze voor de Heilige Geest, die de herinnering van Gods Liefde vertegenwoordigt, zal alles wat wel of niet gedaan wordt een weerspiegeling zijn van die Liefde. De Liefde-inhoud wordt in de een of andere vorm gecommuniceerd, omdat daarvoor gekozen is. Wanneer de inhoud van de denkgeest bestaat uit de keuze voor afscheiding, dan wordt hij beheerst door het ego. Hoe aardig en liefdevol de vorm ook lijkt te zijn, het zal altijd een aanval zijn omdat het ego de ontkenning van God uitdrukt.
Als de Hemel ons ontglipt zijn we niet in vrede en als we niet in vrede zijn is er ruimte voor vergeving. Jezus zegt in het Tekstboek: “Iedere keer dat je niet een en al vreugde bent, komt dit doordat je met een gebrek aan liefde op een van Gods scheppingen hebt gereageerd” (T5.VII.5:1). Dit ‘gebrek aan liefde’ doet zich voor in de denkgeest, wanneer we ervoor kiezen ons te identificeren met het ego in plaats van met het deel van de denkgeest dat zich herinnert wie we werkelijk zijn (Gods onschuldige Zoon). De Cursus leert ons dat dit niet alleen liefdeloos is ten opzichte van onszelf, maar ook ten opzichte van al onze broeders die Gods ene Zoon zijn. En dat is wat vergeven moet worden.
Het doel van de Cursus is ons te leren ons bewust te worden van de inhoud van onze denkgeest, zodat deze genezen kan worden van de gedachte van afscheiding en we een andere keus kunnen maken. Zolang onze denkgeest niet genezen is kunnen we niet beoordelen of we de liefdevolle inhoud van de Heilige Geest ervaren of uitdrukken. Ook zijn we niet in staat onze vorderingen te evalueren. Wanneer we ontmoedigd raken over onze vooruitgang is de volgende passage aan het eind van het Tekstboek behulpzaam: “Ik weet niet wat ik ben, en daarom weet ik niet wat ik doe, waar ik ben, of hoe ik de wereld of mijzelf moet bezien” (T31.V.17:7). Jezus zegt ook: “Sommige van je grootste vorderingen heb jij als mislukking aangemerkt, terwijl je sommige van je diepste inzinkingen als succes hebt bestempeld” (T18.V.1:6). Dit lijkt misschien geen goed nieuws op een ‘goede’ dag, wanneer we ons ‘prettig voelen’, maar het bevrijdt ons van de last onszelf te evalueren. In feite is het dus bijzonder goed nieuws omdat het ons vertelt dat we niet de ellendige zondaars zijn die we dachten te zijn. We hoeven niet alles te weten, we hoeven alleen maar bereid te zijn ons deel te doen door zorgvuldig aandacht te besteden aan onze liefdeloze oordelen, zodat deze kunnen worden genezen. Dan zal “En Wat jij bent zal jou over Zichzelf vertellen” (T31.V.17:9) werkelijkheid voor ons worden. En dat zal onze laatste ervaring zijn.
Gehechtheid aan het ego houdt ons af van het bewustzijn dat we thuis zijn bij God in de Hemel. Deze blokkade wordt niet opgeheven door de dood, maar ongedaan gemaakt door de genezing van de afscheidingsgedachte. Omdat de Cursus zelf een weerspiegeling is van het deel van de denkgeest dat de herinnering van Gods Liefde bewaart, is de vergeving die hij onderwijst ook een ervaring van liefde: “Vergeven [de keuze voor de Heilige Geest] is het genezen van de waarneming van afgescheidenheid” (T3.V.9:1). “Het is zeker zo dat alle ellende er niet slechts als niet-vergeven [de keuze voor de afscheiding] uitziet. Maar dat is de inhoud achter de vorm. Het is deze gelijkheid die garandeert dat er wordt geleerd, want de les is zo simpel dat die uiteindelijk niet kan worden verworpen” (WdI.193.4:1-3). De korte ogenblikken die de Liefde weerspiegelen, wanneer we onze oordelen over onszelf en anderen loslaten, zijn dan weliswaar niet de uiteindelijke ervaring, maar ze zullen ons erheen leiden. Dit wordt ons beloofd in het Tekstboek: “Ik ben bezig je naar een nieuw soort ervaring te leiden die je steeds minder genegen bent te ontkennen” (T11.VI.3:6). We hebben veel weerstand tegen deze genezing, daarom is de bestudering van Een cursus in wonderen een levenslang proces. Maar onze geduldige, volhardende en milde beoefening van vergeving zal ons tenslotte naar huis leiden.