Ik heb altijd moeilijkheden gehad met speciale liefdesrelaties. Ik zocht een partner die aan ego-criteria voldeed, zoals intelligent, knap en avontuurlijk. De relatie was nooit van lange duur. Toen ontmoette ik drie jaar geleden iemand die niet aan mijn criteria voldeed. Ik werd echter getroffen door zijn vriendelijkheid en de meest onvoorwaardelijke liefde die ik ooit had gevonden. Hoewel ik erg veel van hem houd gaat mijn verliefdheid dit keer niet gepaard met vlinders in de buik of roze wolken. In feite sta ik met één been in en met één been buiten de relatie, wat hem veel pijn bezorgt. Ik heb angstaanvallen en voel mij schuldig dat ik niet voldoende innerlijke vrede voel om in deze relatie vreugde te ervaren. Ik ben bereid om alle overtuigingen en oordelen te herkennen en te onderzoeken in het licht van de Cursus, om zo de omslag te maken van het doel van het ego naar het doel van de Heilige Geest. Ik weet dat ik vecht tegen mijzelf maar als ik opgeef lijkt het erop alsof ik er tussenuit knijp. Ik heb al heel vaak tegen mijn partner gezegd dat ik er niet mee door kan gaan en dat we uit elkaar moeten gaan. Wat zich dan ontvouwt is vrede, waarbij ik me weer goed in m'n vel voel en niet gevangen. Dan zie ik allerlei mogelijkheden om ermee door te gaan en ben ik onbezorgd. Dat duurt echter niet lang en dan ben ik weer terug bij af.
Antwoord: Zoals je ervaren hebt is ambivalentie of conflict het kenmerk van de speciale liefdesrelatie van het ego (T4.III.4:6). Het echte probleem ligt niet in de relatie met een ander persoon, maar in de relatie met jezelf in je denkgeest. Je ervaring met je partner symboliseert enkel het conflict in je denkgeest over het aanvaarden van de liefde die je werkelijk wilt, maar die je keuze om je te identificeren met het ego jou ontneemt. Je observaties suggereren dat je je van deze dynamiek enigszins bewust bent. Maar laten we dit eens nader bekijken.
Het is van belang dat we ons bewust worden van ons verlangen om iets van de ander te krijgen binnen een romantische relatie. In een speciale relatie gaan we ervan uit dat iets in ons ontbreekt wat we buiten onszelf moeten vinden (T29.VII). Deze waarneming versterkt alleen maar de ambivalentie. Want wanneer we iets van anderen nodig hebben, heeft dat tot gevolg dat we ons op een dieper niveau boos voelen omdat we het van anderen moeten zien te krijgen. En dit is allemaal onderdeel van de valkuil van het ego, om ervan verzekerd te zijn dat we nooit gelukkig zijn. Niemand buiten onszelf kan ooit onze behoefte aan liefde vervullen. In werkelijkheid is er helemaal niemand buiten onszelf! Alles wat we nodig hebben is in ons en wacht slechts op onze uitnodiging.
Dat je de ‘ego-criteria’ niet gebruikt hebt om je huidige partner te kiezen wil niet zeggen dat die verwachtingen niet nog steeds werkzaam zijn en de ambivalentie versterken. Want je moet jezelf nu voorhouden dat je genoegen neemt met minder dan je denkt nodig te hebben, en je hier gebelgd over voelen. En je ego wil je doen geloven dat je iets opoffert als die specifieke behoeften niet op de een of andere manier vervuld worden. Maar uiterlijke criteria zijn slechts tactieken van het ego om je af te leiden en ervoor te zorgen dat je niet naar de werkelijke ambivalentie van binnen kijkt. Als we ons niet compleet en vervuld, geliefd en liefdevol voelen, heeft dat nooit iets te maken met de ander. We blijven de liefde in onszelf, die Jezus ons elk moment voorhoudt, ontkennen. In plaats daarvan proberen we het op onze eigen voorwaarden te krijgen, in een vorm die wij aanvaardbaar vinden. En zo blijven we ons ongelukkig en leeg voelen door onze eigen keuze. De echte waarde van de speciale relatie, zoals de Heilige Geest die ziet, is dat het een herinnering is aan de keuze tegen de liefde die we hardnekkig blijven maken. En wanneer we dat erkennen staat de deur open voor een andere keuze en een andere Stem. Ga dus door met het observeren van alle oordelen en iedere overtuiging die je over de relatie en je partner hebt. En herken dat ze alle dezelfde beslissing weerspiegelen: de keuze om je te identificeren met het ego en met zijn geloof in tekorten.
Of we in een bepaalde relatie blijven of beslissen om die te verbreken, is uiteindelijk niet belangrijk voor de oplossing. Als we blijven kiezen voor het ego, zal iedere toekomstige relatie even onbevredigend zijn als de huidige. Maar we hebben altijd de gelegenheid om een andere innerlijke Leraar te verwelkomen. We kunnen het echter uitstellen zolang we willen, maar zoals Jezus zegt: "Hoe snel ben je bereid naar huis te komen? Vandaag misschien? Er is geen zonde. De schepping is onveranderd. Wil jij je terugkeer naar de Hemel nog steeds tegenhouden? Hoelang nog, o heilige Zoon van God, hoelang?" (WdII.4.5:3-8)
Voor meer over de ambivalentie van het ego in speciale relaties, zie V#359 .