Ik ben een nieuwe student van Een cursus in wonderen en ben pas begonnen met het lezen en bestuderen ervan. Is het verkeerd om ambitieus te zijn, of ideeën te hebben over betere manieren om dingen te doen? Op je werk, thuis, of elders?
Antwoord: De Cursus leert ons dat niets wat we in de wereld doen goed of fout is. We kunnen alleen een verkeerde keuze maken in de denkgeest, namelijk geloven dat de afscheidingsgedachte werkelijk is. Door vervolgens te geloven dat de wereld en het lichaam werkelijk zijn bevestigen we deze gedachte. En hierin hebben we ongelijk. Hoewel Jezus ons in Een cursus in wonderen leert dat de afscheiding nooit heeft plaatsgevonden (H2.2:6,7,8) en dat de wereld niet bestaat (Wdl.132.6:2), begrijpt hij dat wij denken dat onze ervaring in de illusoire wereld werkelijk is. Daarom zegt hij ons de wereld niet te ontkennen (T2.IV.3:8-11), maar de Heilige Geest toe te staan het te gebruiken als een klaslokaal waarin we kunnen leren dat we ons vergissen in wie we zijn. We doen dit niet door ons gedrag in de wereld te veranderen (vorm), maar door het doel (inhoud) van alles in ons leven te veranderen. Het ego doel – afscheiding en veroordeling – wordt veranderd in het doel van de Heilige Geest: het genezen van de afscheidingsgedachte. Als we proberen geen ambities of ideeën te hebben, en ons niet druk te maken over al die dingen waarmee we ons gewoonlijk bezighouden, dan ontzeggen we onszelf juist het klaslokaal dat de Heilige Geest nodig heeft om ons te onderwijzen. De ervaringen die we opdoen als ‘functionerend’ lichaam in de wereld zijn juist de leermiddelen voor het vergevingsproces. Het doel is ze door de Heilige Geest te laten transformeren. Jezus zegt ons in het Tekstboek: “Het ego heeft de wereld gemaakt zoals het die waarneemt, maar de Heilige Geest, die herinterpreteert wat het ego gemaakt heeft, ziet de wereld als een leermiddel om jou thuis te brengen” (T5.III.11:1).
Onze eerste taak is het doel van het ego te herkennen in onze ogenschijnlijk ‘normale’ gedachten, dagelijkse activiteiten, en vooral binnen onze relaties. Ze zijn allemaal ontworpen om ons lichaam en de wereld werkelijk te maken, en ons gegrondvest te houden in de illusie van afscheiding. Binnen dit proces is het heel belangrijk absoluut niets van onze ervaring te ontkennen, en niet te proberen het op het niveau van de vorm te veranderen. Als we dat doen wordt onze ervaring alleen maar werkelijk, omdat het ons ervan overtuigt dat de vorm werkelijke gevolgen heeft. Een vorm kan nooit de oorzaak van een gevolg zijn, omdat vorm zelf een gevolg is, geen oorzaak. Het is het gevolg van een keuze in de denkgeest. De keuze te geloven dat de afscheiding werkelijk is, zoals eerder genoemd. Er wordt ons geleerd juist déze gedachte te herkennen, zodat hij gecorrigeerd kan worden. Het is het éne ‘probleem’ waar de Cursus over spreekt (Wdl.79,80).
Wanneer we het gevoel hebben dat er iets mis is met ons gedrag, of met de ideeën en waarden die we erop na houden, dan is dat heel nuttig. Het is een aanwijzing dat een deel van de denkgeest zich ervan bewust is dat er inderdaad iets niet klopt; maar dat bevindt zich in onze denkgeest, niet in de wereld. Wanneer we ten onrechte denken dat bijvoorbeeld financieel beter af zijn, meer status hebben of de dingen binnen de droom anders doen, ons waar geluk brengen, dan moeten we ons herinneren dat we ongelijk hebben. Dan moeten we de Heilige Geest vragen ons te leren wat ons werkelijk gelukkig maakt. Dan kunnen we gevolg geven aan onze ambities zónder te verwachten dat ze ons al dan niet vrede en geluk brengen. En vooral: zonder onszelf ervoor te veroordelen, want “De Heilige Geest kan alles wat je Hem geeft voor jouw verlossing gebruiken” (T25.VIII.1:1).
[Zie ook: V#873 ]