In je antwoord op V#388 zeg je dat Een cursus in wonderen ‘ons zegt dat het ware gebed het gebed van het hart is en altijd beantwoord wordt, omdat we in de droom alles hebben en ervaren wat we waarlijk wensen’. Waarom lijden we dan? Ik veronderstel dat je antwoord is dat we onze schuld willen versterken, omdat we onbewust geloven dat die ons van Gods wraak zal redden. Dit is een hoogst onbevredigend antwoord. Waarom kiezen we niet altijd voor het plezier in de wereld als verdediging, en waarom laten we de pijn niet helemaal weg?
Antwoord: De Cursus geeft een duidelijk en eenvoudig antwoord: “Het is onmogelijk via het lichaam genot te zoeken en geen pijn te vinden” (T19.IV.B.12:1). Dat komt omdat als de denkgeest ervoor kiest zich met het lichaam te vereenzelvigen, dan ontkent hij tegelijkertijd zijn ware Identiteit, en dan is pijn het onvermijdelijke resultaat. Ons gebed wordt dus beantwoord door de macht om te beslissen van onze denkgeest. Door te kiezen voor het geloof dat het lichaam en de wereld werkelijk zijn, en dat geloof dan te verdedigen, krijgen we wat we verlangen: een lichaam in de wereld dat bewijst dat ons individuele en speciale zelf werkelijk is. Het probleem met deze keuze is dat we het enige dat ons werkelijk geluk kan brengen weggegooid hebben: de Identiteit die God ons als Zijn Zoon heeft gegeven. En zo blijven we achter met een pijnlijk gevoel van leegte en verlies dat door niets in de wereld vervuld kan worden. Al dat najagen van ‘plezier’ in de wereld is eigenlijk niets anders dan een poging om de pijn van dit verlies te verzachten. Maar het plezier dat we in deze wereld lijken te vinden blijft niet duren en voldoet niet werkelijk aan onze behoefte. We zijn dus verplicht verder te zoeken in een eindeloze en uitputtende cyclus pogingen om ons plezier te vergroten en de pijn tot een minimum te beperken.
Zolang we geloven dat er in deze wereld iets is dat ons werkelijk kan bevredigen, blijven we in verwarring over wie we zijn en zullen we pijn ervaren. We zijn niet alleen in verwarring over wie we zijn, we zijn ook in verwarring over wat ons gelukkig maakt en wat pijn veroorzaakt. Jezus zegt ons in het Tekstboek: “Alles in deze wereld waarvan jij meent dat het goed, waardevol en het nastreven waard is, kan jou kwetsen, en zal dat ook doen. Niet omdat het de macht heeft jou te kwetsen, maar juist omdat jij ontkend hebt dat het maar een illusie is, en het tot werkelijkheid hebt gemaakt. En het is voor jou werkelijk. Het is niet niets (T26.VI.1:1-4). Dit is voor ons een heel belangrijke en moeilijke les om te leren, omdat we ons vastklampen aan onze speciaalheid als lichaam, en onze overtuiging fel verdedigen dat geluk in deze wereld gevonden kan worden. Terwijl we eindeloos proberen de wereld werkelijk en aangenaam te maken, zegt Jezus ons in de Cursus dat ze niet werkelijk is en onze ervaring hier de hel is. Er wordt ons door middel van de Cursus geleerd dat we niet moeten kiezen tussen aangename of pijnlijke ervaringen in de droom, maar tussen het ontwaken uit de droom door ons met de Heilige Geest te vereenzelvigen, of in de hel te blijven met het ego. Er wordt ons een ander duidelijk en eenvoudig antwoord geboden: “De rede zal jou vertellen dat er geen tussengebied is waar je weifelend kunt stilstaan, om te wachten met kiezen tussen de vreugde van de Hemel en de ellende van de hel. Tot je voor de Hemel kiest, ben je in de hel en in ellende” (T22.II.7:7-8).
De vraag is dus: waarom blijven we voor de hel kiezen? Daarin is je opmerking correct. Als we ervoor gekozen hebben ons met het ego te vereenzelvigen, worden we verteerd door schuld en een gevoel van onwaardigheid. We geloven dat we Gods Liefde in de Hemel niet verdienen vanwege onze zonde. En ja, we verbannen onszelf naar de hel om onszelf te straffen, voordat God (de God van het ego) Zijn kans grijpt, want dat, denken wij, betekent volledige vernietiging. Ons lijden en ons gevoel slachtoffer te zijn, bewijzen heel doeltreffend dat we gelijk hebben over onze zondigheid. Het is net zoals de advertentie voor credit cards zegt: ‘we kunnen ons Huis niet zonder ze verlaten’. Ons ‘gebed’ om afscheiding is beantwoord. Onze hoop ligt in het feit dat ons gebed om de vrede van God even gemakkelijk wordt beantwoord, als wij daar maar voor kiezen. We ervaren deze vrede telkens wanneer we bereid zijn de waarde die we aan de wereld verlenen in twijfel te trekken en ons tot de Heilige Geest in onze denkgeest richten voor het gebed dat wij met Hem delen, dat luidt: “Als jij jezelf aanvaardt zoals God jou geschapen heeft, zul je onmogelijk kunnen lijden" (T10.V.9:5).