Jaren geleden hadden mijn broer en ik een gesprek over vergeving. Hij zei dat hij altijd het gevoel had dat alles hem vergeven kon worden. Ik zei dat ik altijd het gevoel had dat niets mij vergeven kon worden. Weerspiegelt dit verschillende interpretaties van de afscheiding? En was mijn interpretatie méér op angst gebaseerd dan de zijne? Als dat zo is, betekent dat dan dat hij spiritueel verder gevorderd is dan ik?
Antwoord: Jezus aarzelt niet ons erop te wijzen dat een vraag over verschil in illusies onmogelijk te beantwoorden is (T27.IV). Dat geldt dus ook voor de vraag welke versie van vergeving wijst op een gevorderde mate van spiritualiteit. Als de inhoud van een vraag echter is of God ons zonder enige reserve liefheeft, dan is de manier waarop dat uitgedrukt wordt niet van belang. Jezus stelt: "Een universele theologie is onmogelijk, maar een universele ervaring is niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk. Het is deze ervaring waarop de cursus aanstuurt" (VvT.In.2:5-6). Jezus zal onze aandacht altijd richten op onze behoefte om verschillen te zien die ons in onze waarneming van elkaar gescheiden houden, en ons helpen dat te corrigeren. Want voor hem is het veel belangrijker dat we, samen met hem, werken aan het verwijderen van de hindernissen voor het zien van onze eenheid, dan dat we zijn terminologie begrijpen. Strikt genomen is de visie van Een cursus in wonderen over vergeving dat er niets te vergeven valt, omdat er nooit iets gebeurd is dat vergeving nodig heeft.