Een cursus in wonderen zegt ons herhaaldelijk onze oordelen los te laten en ons te laten leiden door de Heilige Geest. Hij zegt dat aan al onze behoeften voldaan zal worden, als we toelaten dat de Heilige Geest ons leidt. Hij legt ook uit dat ‘behoeften’ schijnbare behoeften zijn die we waarnemen zolang we in de illusie zijn. Ook zegt hij dat we in vrede moeten ontwaken. Ik begrijp hieruit dat we niet uit een droom van angst kunnen ontwaken, maar dat we ons door de Heilige Geest eerst uit onze angstdroom moeten laten leiden naar een ‘gelukkige droom’. Daarna kunnen we ontwaken. Begrijp ik dit goed? Hoe kunnen we er zeker van zijn dat we ons niet door de oordelen van het ego laten leiden en die verwarren met de werkelijke leiding van de Heilige Geest?
Antwoord: Jij begrijpt het in principe juist, voor zover je niet bedoelt dat je verwacht dat aan al je ogenschijnlijke wereldse behoeften voldaan wordt zolang jij de leiding van de Heilige Geest volgt. Want als je dat doet, bezorg je jezelf zeker een teleurstelling. Er zijn een paar passages in de Cursus waar het woordgebruik dit soort voorziening in onze behoeften door de Voorzienigheid lijkt te suggereren (bijvoorbeeld T20.IV.8, zie ook V#293 ). Maar de bedoeling van deze passages is om ons te troosten en ons ervan te verzekeren dat God ons liefheeft en ons op geen enkele manier wil straffen of pijn doen, zoals het ego ons wil doen geloven. Naar gelang we beginnen te begrijpen op welk niveau van de denkgeest de Cursus werd geschreven, wordt het duidelijk dat Jezus verwijst naar de hindernissen en vermeende behoeften in de denkgeest, en niet in het lichaam, dat tenslotte slechts een levenloze projectie is van de gedachten van schaarste en behoefte in de denkgeest.
Wat je vraag over het horen van de Heilige Geest betreft: Zijn leiding is er altijd en alleen om te vergeven (T25.VI.5:3-6; WdI.99.9:6-8; WdII.1.5:1). Dat houdt in dat er van ons niet wordt verlangd dat we iets doen. Het vraagt ons eerder onze oordelen over aanval en veroordeling ongedaan te maken. Alles wat we na het loslaten van elk oordeel specifiek zouden zeggen of doen is gewoon de vorm die onze eigen denkgeest, verbonden met de Heilige Geest, dan geeft aan de ervaring van liefde en vrede die door onze denkgeest stroomt wanneer we de uitbreiding ervan niet beperken door ons verlangen naar iets anders. Zolang jij aanvaardt dat jouw rol zich beperkt tot het eenvoudigweg herkennen van de oordelen van je ego en je bereid bent ze los te laten, moet je je geen zorgen maken over iets anders. Dan zul je de leiding van de Heilige Geest volgen.
Het onderscheid tussen de leiding van het ego en die van de Heilige Geest wordt ook behandeld in andere vragen, zoals in V#043 , V#285 en V#309.