De volgende twee vragen gaan over het onderwerp wonderen en worden dan ook samen beantwoord.
i. Jezus heeft vele wonderen verricht toen hij hier op de aarde was, zoals de doden doen verrijzen, de blinden weer laten zien, enzovoorts. Kunnen wij als Zonen van God in deze wereld ook wonderen verrichten?
ii. Wat bedoelt Een cursus in wonderen wanneer hij zegt dat we wonderen aan anderen moeten schenken?
Antwoord: Schriftgeleerden verschillen van mening over de historische juistheid van de Evangeliën die verslag doen van de daden van Jezus gedurende zijn leven. Ongeacht de juistheid van de Evangeliën onderwijst de Cursus echter dat wonderen een andere betekenis hebben. Wat de Cursus bedoelt met een wonder is een verandering van denken. Het is een cursus in wonderen omdat het een cursus is die ons leert van denken te veranderen door in plaats van met het ego met de Heilige Geest te denken. Het is een proces van het ongedaan maken van het ego door een nieuw perspectief te leren dat het gezichtspunt van het ego over alles en iedereen omkeert. Het ego zegt ons dat we lichamen zijn, afgescheiden van God en van elkaar, en dat we door krachten buiten ons veranderd kunnen worden. De Heilige Geest zegt ons dat we denkgeest zijn, één met onze Vader en met elkaar, en alleen veranderd kunnen worden door de macht van onze denkgeest om een keuze te maken. We aanvaarden wonderen voor onszelf in de mate waarin we dit onderricht aanvaarden en toepassen op alle gebeurtenissen, situaties en ervaringen in ons leven. We schenken wonderen aan anderen als we dezelfde beslissingsmacht in hun denkgeest erkennen. Zo zegt Jezus ons in het Tekstboek: “Het wonder breidt zich zonder jouw hulp uit, maar jij bent wel nodig om het te laten beginnen. Aanvaard het wonder van genezing, en het zal zich voortzetten op grond van wat het is. Het is zijn aard zich uit te breiden vanaf het moment dat het ontstaat. En het ontstaat op het moment dat het gegeven en ontvangen wordt. Niemand kan een ander vragen om te worden genezen. Maar hij kan wel zichzelf laten genezen en zo de ander aanbieden wat hij ontvangen heeft” (T27.V.1:2-7).
Een verdere uitbreiding van dit principe is het vergevingsproces, waarbij we inzien dat niets buiten onze denkgeest ons een positief of negatief gevoel kan geven, en dat niemand daarom verantwoordelijk is voor hoe wij ons voelen. Dat bedoelt Jezus met zijn uitnodiging: “Wees bereid de Zoon van God te vergeven voor wat hij niet heeft gedaan”. Vergeving is dus het wonder dat we aan onze broeders schenken. Door te erkennen dat wat wij ervaren het resultaat is van een beslissing in onze denkgeest om ons met het ego of met de Heilige Geest te vereenzelvigen, worden al onze broeders van schuld bevrijd en wordt hun onschuld in ons bewustzijn teruggebracht. Dit is het wonder van de genezing van de denkgeest dat wordt gegeven en ontvangen.