In de Bijbel wordt gesproken over Lucifer, de gevallen engel. Is dat een symbolische uitdrukking van onze afscheiding van God? Als de Bijbel over de hel spreekt, is dat dan ook een andere symbolische uitdrukking van ons leven in deze nachtmerrie op aarde waarvan wij denken dat die werkelijk is?
Antwoord: Noch de Bijbel, noch het traditionele Christendom verwijst naar Lucifer of de hel als symbolen. In Bijbelse termen was Lucifer de leider van de engelen die weigerden zich aan God te onderwerpen, en de hel wordt gezien als een daadwerkelijke plaats van bestraffing waar zij die God verwerpen gedoemd zijn tot een eeuwigheid in afwezigheid van God. Het onderricht van de Bijbel is gebaseerd op opvattingen die niet overeenstemmen met de principes van Een cursus in wonderen. Aangezien de Cursus leert dat de afscheiding nooit werkelijk gebeurd is (T6.II.10), volgt hieruit dat er geen symbolische uitdrukking van kan zijn. De afscheiding is een gedachte in de denkgeest van het Zoonschap van iets dat in werkelijkheid nooit zou kunnen gebeuren. Ze wordt in ons bewustzijn tot ‘werkelijkheid’ wanneer we ervoor kiezen haar serieus te nemen en te geloven dat ze werkelijk is. Schuld over deze keuze wordt dan vanuit de denkgeest naar buiten geprojecteerd in de vorm van het fysieke universum dat gemaakt is om God buiten te houden: “De wereld was aldus bedoeld als een plaats waar God niet binnen kon gaan en waar Zijn Zoon van Hem gescheiden kon zijn” (WdII.3.2:4). Aangezien de hel gedefinieerd wordt als de afwezigheid van God, wordt de wereld in onze ervaring een hel; geen symbolische uitdrukking ervan. De Cursus is er heel duidelijk over dat God in deze wereld van vorm niet gevonden kan worden. Wanneer iemand er echter voor kiest zich met het deel van de denkgeest te identificeren dat de Godsherinnering bevat, dan wordt de wereld een weerspiegeling van die keuze, en niet langer als hel waargenomen: “De wereld wordt een oord van vreugde, overvloed, naastenliefde en oneindig geven. Ze is nu zo verwant aan de Hemel dat ze snel wordt getransformeerd in het licht dat ze weerspiegelt.” (W249.1:5-6)
Het belangrijkste onderscheid dat Cursusstudenten moeten maken is dat – omdat afscheiding van God niet mogelijk is – er geen hel is, er geen ‘gevallen engelen’ zijn, noch een wereld waar God niet kan binnengaan. De zieke denkgeest die in afscheiding gelooft maakt hen werkelijk; de genezen denkgeest weet dat ze dat niet zijn.
[Zie ook: V#488 ]