T2.VI.4:9 zegt: “Vraag mij, voor je iets besluit te doen, of jouw keuze in overeenstemming is met die van mij”. Toen ik voor het eerst met de studie van Een cursus in wonderen begon, dacht ik dat deze uitspraak betekent dat we voor we iets in deze wereld doen, eerst aan Jezus moeten vragen of we dat wel of niet moeten doen. Nu ik er wat langer mee bezig ben, weet ik werkelijk niet meer wat die uitspraak (of welke andere uitspraak ook) betekent. Kun je hier dieper op ingaan?
Antwoord: De Cursus leert ons dat er, omdat we een gespleten denkgeest hebben, twee manieren zijn om waar te nemen binnen de droom: die van het ego en die van de Heilige Geest. Er wordt naar hen verwezen als onze ‘leraren’ of ‘stemmen’ in onze denkgeest. Hij vertelt ons ook dat alles één van twee doelen dient: het doel van het ego of dat van de Heilige Geest. Elke keuze die we maken is dan ook in overeenstemming met een van deze twee waarnemingen, en dient een van deze twee doelen. In de uitspraak die jij aanhaalt vraagt Jezus ons bij alles wat we denken of doen, ervan bewust te zijn naar welke ‘leraar’ we verkiezen te luisteren, en welke bedoeling of welk doel onze keuze dient. Dit verwijst naar de keuze die we in de denkgeest maken, niet in de vorm. Samen met het ego kiezen versterkt altijd het geloof dat de afscheiding, de wereld en het lichaam werkelijk zijn, en eindigt in een zekere mate van conflict. Het doel van het ego is ons in diepe slaap te houden in de wereld van illusie. Samen met de Heilige Geest kiezen brengt altijd vrede, en versterkt ons bewustzijn dat we denkgeest, en geen lichaam zijn. Deze keuze leidt ons naar de denkgeest, zodat we kunnen leren hoe we de enige werkelijke keuze kunnen maken: de afscheidingsgedachte aanvaarden als werkelijk of niet werkelijk. Dit proces heeft niets te maken met de ‘keuze’ die we in de wereld van vorm lijken te maken. De noodzaak om in de wereld keuzes te maken en beslissingen te nemen is behulpzaam omdat we eraan herinnerd worden dat we altijd kiezen tussen de leugens van het ego of het licht van de Heilige Geest. De andere belangrijke factor is dat we moeten kiezen, er is geen tussenweg: “Visie of oordeel is jouw keuze, maar nooit beide tegelijk” (T20.V.4:7).
Met de uitspraak die jij aanhaalt, vraagt de Cursus ons onszelf af te vragen of we uit zijn op onze voortgang op de terugweg naar God, of dat we onze identiteit als afgescheiden zelf willen versterken. In een later hoofdstuk wordt ons gezegd: “In elke situatie waarin je onzeker bent, is het eerste wat je dient na te gaan heel eenvoudig: ‘Wat wil ik dat hiervan komt? Waartoe dient het?’ Opheldering over het doel hoort thuis aan het begin, want dat zal de afloop bepalen” (T17.VI.2:1-3). Met andere woorden: ‘naar wie luister ik?’ Het resultaat, vrede of conflict, zal onthullen wie de leraar is, en weerspiegelt ook wat we waarlijk willen. Het uiteindelijke resultaat brengt ons dichter bij de beslissing God niet af te wijzen óf stevig geworteld te blijven in de afscheidingsillusie. Het is belangrijk te onthouden dat Een cursus in wonderen nooit naar de vorm verwijst en altijd de denkgeest aanspreekt, niet het lichaam, want dat laatste is een figuur binnen de droom.