Mijn vader is een streng praktiserende Christian Scientist, en we hebben vaak gesprekken over de theologische verschillen tussen Christian Science en Een cursus in wonderen. Een specifiek aspect van deze verschillen is de wereld. De Cursus leert dat alles in het fysieke universum materie is en niet geschapen is door (of zelfs maar bekend is aan) God, terwijl in Christian Science dingen als bomen, rivieren en bergen ideeën zijn van God, maar geen materie.
Ik geloof dat het erop neerkomt dat ze bij Christian Science niet geloven dat we aan de wereld kunnen ontsnappen, omdat we de volmaaktheid nooit hebben verlaten, terwijl we volgens de Cursus proberen te ontsnappen aan het denksysteem waarop de wereld is gebaseerd, en de natuur niet zien als een idee van God, maar als een gevolg van het egodenksysteem.
Een ander verschil is dat Christian Science ervan overtuigd is dat, wanneer we niet langer geloven in materie of in illusie, de wereld van vormen beter wordt. Gegarandeerd, want het gaat allemaal over gedachten! Maar ik geloof dat de zienswijze van de Cursus leert, dat vorm niet beter of slechter kan worden, zelfs wanneer we de onwerkelijkheid ervan beginnen in te zien.
Kun je deze verschillen voor me ophelderen? En ken je misschien ook andere verschillen tussen deze twee filosofieën? Want in de kern lijken ze voor mij precies hetzelfde te zijn.
Antwoord: Je hebt het juist wat betreft de verschillen die je tussen Een cursus in wonderen en Christian Science aangeeft. Op zichzelf is dat voldoende om vast te stellen dat deze twee denksystemen fundamenteel van elkaar verschillen. Een cursus in wonderen leert niet alleen dat de wereld niet door God werd geschapen en Hij er geen weet van heeft, maar dat ze helemaal niet bestaat. Ons wordt niet gevraagd aan de wereld of het egodenksysteem te ontsnappen, maar om door middel van vergeving te leren onze identificatie met dat denksysteem los te laten (WdI.23). Je hebt gelijk, de wereld zal niet beter worden wanneer we niet langer geloven dat de gedachte van afscheiding van God waar is, ze zal gewoon uit ons bewustzijn verdwijnen. Aangezien de Cursus leert dat er geen hiërarchie van illusies is (T26.VII.6), is elke vorm in het fysieke universum even onwerkelijk. Geen enkel deel ervan is een idee van God; Hij is zuiver geest, zonder en voorbij elke vorm.
De Cursus onderscheidt zich ook van andere spirituele wegen door zijn leer van vergeving. Zoals je waarschijnlijk weet, wordt ons verteld: "Wees bereid de Zoon van God te vergeven voor wat hij niet heeft gedaan" (T17.III.1:5). Ons wordt gevraagd het onderricht van de Cursus te volgen door het proces van vergeving op al onze relaties toe te passen. Dit houdt in dat we naar de haat, woede en oordelen van het ego denksysteem kijken, zodat het kan worden losgelaten en vervangen door het denksysteem van de Heilige Geest. Dit staat niet centraal in het onderricht van Christian Science. Als je Cursusstudent bent, kan het nuttig zijn in gedachten te houden dat de toepassing van het onderricht ervan belangrijker is dan het begrijpen van de metafysische principes ervan. De gesprekken met je vader geven je daar waarschijnlijk veel kansen voor. Een cursus in wonderen vraagt ons alle oordelen te onderkennen die we gedurende onze interacties hebben, in te zien dat dit projecties zijn van schuld vanwege onze keuze ons met de afscheidingsgedachte te identificeren, en ze aan de Heilige Geest te geven, zodat Hij ze kan herinterpreteren. De geloofspraktijk van je vader als Christian Scientist kan heel anders zijn.
Een ander kenmerkend verschil is het belang van de rol van Jezus en de Heilige Geest in het in praktijk brengen van het onderricht van de Cursus. We worden aangemoedigd Jezus of de Heilige Geest om hulp te vragen bij het kiezen van onze juist-gerichte denkgeest, in plaats van de onjuist-gerichte denkgeest, zodat onze waarneming getransformeerd kan worden.
[Zie ook: V#960 ]