Hoe is het mogelijk dat iemand die spiritueel heel naïef lijkt, een veel groter gevoel van eigenwaarde en meer liefde voor zichzelf heeft dan iemand die jarenlang Een cursus in wonderen bestudeert? Ik heb het over een van mijn oudere broers, die Christen is. Sommige dingen die hij mij over zijn religie vertelt klinken dwaas (en soms zelfs onjuist) voor mij. Toch is het duidelijk (vind ik) dat hij diep van binnen veel meer achting voor zichzelf heeft dan ik, gezien zijn succes in zijn werk, zijn thuis en gezin, zijn warme, liefhebbende persoonlijkheid, en de manier waarop iedereen (inclusief ikzelf) van hem houdt. Ik ben een beetje jaloers. In Cursustermen: hoe verzoen ik dit in mijzelf?
Antwoord: Wel, uit wat je zegt lijkt het tamelijk duidelijk dat God meer van jouw broer houdt dan van jou. Maar serieus: je bent in een paar veel voorkomende vallen gelopen waar het ego ons graag in verstrikt. Ten eerste oordeel je naar uiterlijke dingen – de vorm – van jezelf en je broer. Ten tweede denk je dat je spirituele wegen met elkaar kunt vergelijken en kunt vaststellen dat de ene beter, geavanceerder en juister is dan de andere.
Laten we eerst het tweede punt bekijken. Terwijl vanuit jouw perspectief de spirituele overtuiging van je broer naïef, dwaas en zelf onjuist lijkt, bestaat er een goede kans dat vanuit zijn perspectief de Cursus net zo naïef, dwaas en onjuist lijkt. De Cursus maakt geen exclusieve aanspraak op de waarheid (H1.4:1-2). We hoeven ons er alleen maar om te bekommeren dat we het pad gevonden hebben dat voor onszelf juist is. We hoeven ons niet druk te maken over het pad van iemand anders. Zoals Jezus in de Cursus zegt, en dit geldt voor zowel verschillende spirituele wegen als voor verschillende ervaringen van mensen met de Cursus: “Het leerplan is hoogst persoonlijk toegesneden” (H29.2:6).
Wat betreft het grotere gevoel van eigenwaarde van je broer: we weten nooit zeker wat iemand anders innerlijk ervaart. Gevoel van eigenwaarde is niet het doel van de Cursus, vrede is dat wel. Die vrede heeft niets te maken met schijnbaar succes in het leven in termen van de wereld. In het begin van de Cursus staat een nuttige passage, die de val waar jij in bent gelopen met betrekking tot je broer beschrijft. Die val is het egospel van oordelen en vergelijken waarbij het ego zijn eigen criteria, gebaseerd op vorm, aanwendt over wat waardevol is. In plaats daarvan kun je je laten leiden door de criteria van de Heilige Geest, gebaseerd op het onderscheid tussen wat waar en wat niet waar is.
“Het ego . . . beoordeelt zichzelf steeds in verhouding tot andere ego's . . . Heel het feit dat het andere ego's als werkelijk waarneemt, is slechts een poging zichzelf te overtuigen van zijn eigen werkelijkheid. In de terminologie van het ego betekent 'zelfrespect' niets anders dan dat het ego zichzelf heeft wijsgemaakt dat het bestaat, en daarom is het tijdelijk minder roofzuchtig. Dit 'zelfrespect' staat altijd onder spanning, een term die betrekking heeft op elke vermeende bedreiging voor het bestaan van het ego. Het ego lééft van vergelijkingen” (T4.II.6:5,7-9;7:1).
Nu, niets hiervan zegt of je broer al dan niet innerlijke vrede ervaart. Dat is jouw zaak ook niet, want dan wordt het weer een externe afleiding die jou ervan weerhoudt om nu, binnenin jezelf, de keuze voor vrede te maken. En wanneer je je die keuze herinnert, zul je je ook Jezus' liefdevolle aanmaning herinneren aan ons allemaal, geneigd als we zijn om ons met onze broeders te vergelijken: “De speciaalheid van Gods Zonen berust niet op uitsluiting maar op insluiting. Al mijn broeders zijn speciaal” (T1.V.3:5-6).