Denk je dat zelfdoding - vanuit de zienswijze van Een cursus in wonderen - in sommige draaiboeken kan worden gezien als een ‘zacht terzijde leggen van het lichaam’ wanneer aan zijn nut een einde is gekomen?
Antwoord: Als je met zelfdoding een opzettelijke actie bedoelt, gericht is tegen het lichaam, met als doel het veroorzaken van zijn ogenschijnlijke dood, dan lijkt het onwaarschijnlijk dat zelfdoding het middel is voor de “rustige keuze” (L3.II.2:1) voor de dood wanneer “er aan het nut van het lichamelijk functioneren een eind gekomen is” (L3.II.1:10). Als de ‘keuze’ de erkenning vertegenwoordigt van het einde van het doel van het lichaam in de wereld van vorm, zou het lichaam eenvoudigweg niet langer vol zijn van ‘leven’. Een heleboel zogenaamde natuurlijke of toevallige oorzaken zouden dan, vanuit het standpunt van de wereld, gezien kunnen worden als de oorzaak van de dood. Maar iedere actie die schijnbaar door het lichaam wordt ondernomen tegen zichzelf, met het doel om opzettelijk zijn dood te veroorzaken, zou alleen dienen om het geloof te versterken dat het lichaam werkelijk is. Het versterkt de overtuiging dat het lichaam oorzaak is en geen gevolg. Dat gebeurt niet alleen in de denkgeest van de individu die zelfmoord pleegt, maar ook in de denkgeest van anderen die horen over de zelfmoord. Het is niet waarschijnlijk dat dat een behulpzame les is voor wie dan ook. Daar komt bij dat als degene die zelfmoord pleegt de dood ook maar enigszins ziet als een ontsnapping van fysieke of emotionele beperkingen en problemen, er niet geleerde lessen in de denkgeest blijven. Die moeten dan alsnog worden aangepakt in een ander leven, omdat deze beperkingen nooit ontstaan in het lichaam of de wereld.
Nu is het volgens de Cursus zo dat alles wat ons lijkt te overkomen wordt gekozen door de denkgeest (o.a. T21.II.2:3-5; Wdl.152.1), ook onze ogenschijnlijke dood. En elke keuze kan worden geleid door het ego of door de Heilige Geest, ofwel om schuld te versterken ofwel om deze ongedaan te maken door het opgeven van oordelen en aanvalsgedachten. En dus kunnen er omstandigheden zijn waarin een keuze voor zelfdoding het juist gerichte denken weerspiegelt, hoewel dat niet het eenvoudig terzijde leggen van het lichaam is wanneer aan het nut ervan een eind is gekomen. Zelfdoding is niet meer dan een van de vele vormen van magie, bedoeld om de droom te veranderen en pijn weg te nemen, vergelijkbaar – inhoudelijk gezien, niet in de vorm - met het nemen van een aspirine om hoofdpijn kwijt te raken. Zo zou bijvoorbeeld iemand die nog gelooft in de werkelijkheid van het lichaam en de pijn ervan, en uitgeput is door de verwoestende lichamelijke gevolgen van een ernstige ziekte, zonder oordeel of schuld kunnen kiezen voor zelfdoding om te kunnen ontsnappen aan de ogenschijnlijke pijn van het zieke lichaam. Het is niet de laatste les die geleerd had kunnen worden, maar kiezen voor uitstel van de les wanneer de angst (die de intense fysieke pijn weerspiegelt) te groot is, is geen zonde. Wanneer de zelfdoding zou plaatsvinden in de erkenning dat het niet Gods Wil is dat we lijden, en dat de dood niet het einde is, zou de ervaring verdere stappen op het Verzoeningspad kunnen weerspiegelen. Het doel is tenslotte altijd het enige wat belangrijk is, in iedere keuze die we maken. (T4.V.6:7-9)
Zie ook V#135 voor een verdere uiteenzetting over zelfdoding vanuit het perspectief van Een cursus in wonderen.