Sinds een jaar of zes bestudeer ik Een cursus in wonderen, meestal dagelijks. Het heeft me erg geholpen, maar ik heb nog steeds hulp nodig bij mijn verslavingen. Volgens mijn ego ben ik verslaafd aan sigaretten en alcohol. Volgens God ben ik Zijn geliefde dochter. Hoe ga ik hiermee om? Zeg niet dat ik moet ophouden naar mijn ego te luisteren, want dat klinkt als het groene licht voor mijn verslaving. Ik heb het gevoel dat ik moet denken aan een diepere oorzaak. Professionele hulp lijkt ziekte, schuld en opoffering alleen maar te versterken. De Cursus vertelt me dat ik niets hoef te doen en het in handen van de Heilige Geest moet leggen. Maar ik heb meer hulp nodig om dit te laten zijn wat het is; om me te openen voor een les die ik niet helemaal begrijp; om me niet zo veel aan te trekken van hoe de wereld dit ziet. Staat er iets in Een cursus in wonderen of ergens anders wat ik over het hoofd zie?
Antwoord: Ten eerste is het moeilijk om de aard te begrijpen van de specifieke lessen die we tegenkomen in ons leven. We kunnen het hele plaatje in onze denkgeest niet zien, omdat we nog steeds bang zijn om weer in contact te komen met dat deel van onze identiteit dat we hebben afgesplitst en voor onszelf verborgen. In zekere zin hoeven we echter niet te weten waarom we bepaalde situaties gekozen hebben, omdat de oplossing van de Cursus zo helder is. Wat de situatie ook is, het is alleen van belang of we Jezus of het ego als onze leraar kiezen om ons hier doorheen te leiden. Als we Jezus of de Heilige Geest kiezen zal de uitkomst zijn dat we ons vredig voelen, of de situatie nu wel of niet verandert. En we zullen zachtaardiger en vriendelijker omgaan met onszelf en anderen. Als we het ego als leraar kiezen, zal de uitkomst zijn dat we ons schuldig en wanhopig voelen. We hebben nog steeds gedachten van zelfbeschuldiging en zelfmedelijden en houden anderen verantwoordelijk voor onze toestand. We worden voortdurend in beslag genomen door het lichaam en voelen ons allesbehalve vredig.
Jezelf in handen leggen van de Heilige Geest, betekent dat je de verantwoordelijkheid neemt voor de toestand waarin je je bevindt en elke gedachte van beschuldiging - zowel van jezelf als van anderen – loslaat. Het betekent ook dat je zachtaardig en vriendelijk bent voor jezelf. De les waarmee Jezus of de Heilige Geest je helpt is dat innerlijke vrede niet afhangt van lichamelijke of geestelijke gezondheid. Het is niet afhankelijk van iets dat buiten jouw denkgeest is en buiten Hun liefdevolle aanwezigheid in jouw denkgeest. Wanneer je je concentreert op die les komen er gedachten naar boven die hieraan tegengesteld zijn. Deze egogedachten kun je dan naar de liefdevolle aanwezigheid in je denkgeest brengen, waar je kunt besluiten of je ze wilt vasthouden of loslaten. Geduld en zachtheid zullen zich manifesteren wanneer je weet dat je de verslaving los zult laten wanneer je daar klaar voor bent, en dat eraan vasthouden geen zonde is of iets is om je voor te schamen. Niets wat we met ons lichaam doen of wat we ons lichaam aandoen, heeft enig effect op de liefde die altijd aanwezig blijft in onze juist gerichte denkgeest.
Jezelf in handen leggen van de Heilige Geest betekent dus niet dat het dan aan Hem is om iets te doen aan jouw verslaving. Het betekent dat je de beslissing hebt genomen om met de Heilige Geest te kijken naar wat er gebeurt, in plaats van met het ego. Het ego geeft je altijd de overtuiging dat je een kwetsbaar en tot slachtoffer gemaakt lichaam bent.
Tenslotte, de keuze om professionele hulp te zoeken is vaak een liefdevolle reactie op de roep om hulp die achter de schuld en zelfhaat ligt. Het kan een uitdrukking zijn van vriendelijkheid voor jezelf, en een manier om je zelfhaat los te laten. Ik begrijp echter dat je reguliere behandelingen hebt geprobeerd en dat deze niet behulpzaam waren. Wij hebben dit onderwerp in deze vragen eerder behandeld: V#030 , V#057 , en V#119.
We geven hier een samenvatting van uitleg in de Cursus die toegepast kan worden op verslavingen. Dat is misschien behulpzaam voor je. Hoewel de term ‘verslaving’ nooit gebruikt wordt in de Cursus, is dit niets anders dan een speciale relatie, en er staat heel veel in de Cursus over speciale relaties.
Verslavingen zijn vaak het resultaat van overweldigende gevoelens van schuld en zelfhaat. De pijn is zo groot dat het op de een of andere manier geneutraliseerd moet worden. Overmatig toegeven aan alcohol en sigaretten (of aan andere vormen, zoals eten, seksualiteit, rijkdom of luxe) wordt vaak gekozen als een middel om deze pijn te verdoven.
Je lichaam misbruiken voor verslaving kan ook een manier zijn om jezelf te straffen omdat je zo ‘slecht’ bent, een idee waarvan je zelfhaat en schuld getuigen. Het kan ook een manier zijn om iemand anders te straffen: “Het is jouw schuld dat ik een verslaafde ben. Jij hebt me zo gemaakt”. Om een zin uit het Tekstboek te parafraseren: “Zie me aan broeder, door jouw hand ben ik verslaafd” (T27.l.4:6); en: “Ik ben het ding dat jij van mij gemaakt hebt, en als je naar mij kijkt, ben jij veroordeeld, op grond van wat ik ben”(T31.V.5:3). We hebben allemaal de behoefte om ons te ontdoen van de pijn van onze zelfhaat en schuld en zijn zelfs bereid daarvoor intensief te lijden, alleen maar om een ander de schuld te kunnen geven. De ‘betaling’ die dat oplevert is dat we ons een onschuldig slachtoffer voelen van wat iemand anders ons heeft aangedaan.
Zoals elke vorm van lichamelijke of geestelijke ziekte, versterkt een verslaving het geloof dat het lichaam echt is en tot slachtoffer kan worden gemaakt. Wanneer we overmatig in beslag genomen worden door het lichaam, op wat voor manier dan ook, moet het wel zo zijn dat we vooraf de beslissing genomen hebben om onze ware identiteit als geest buiten ons bewustzijn te houden. Elke vorm van preoccupatie met het lichaam is een verdediging tegen de waarheid. De waarheid over onszelf kan zo beangstigend zijn – zelfs wanneer we ons er maar een seconde van bewust zijn - dat we onmiddellijk iets doen om deze waarheid zo snel mogelijk uit ons bewustzijn bannen. Zo brengen we onszelf buiten de denkgeest en worden onbewust, ogenschijnlijk overgeleverd aan een of andere kracht buiten onze controle. Onze ware schoonheid en kracht als Zoon van God kan zo beangstigend voor ons zijn, dat we deze vervangen door een identiteit van zwakte en afhankelijkheid. Vervolgens verdringen we de ware oorsprong van die zwakte en afhankelijkheid, en schrijven deze toe aan een factor in ons lichaam, in andermans lichaam of aan een toestand in de wereld.
Samenvattend is het werkelijke thema: Nu de verslavingen er zijn, wat kan ik eraan doen? Jezus herinnert ons eraan dat we alleen maar hoeven te denken in termen van het doel: “Waartoe dient het?” (T17.VI.2:2) We weten dat het ego verslavingen gebruikt om schuld te versterken. De Heilige Geest verandert het doel en ziet verslavingen als een middel om schuld ongedaan te maken. “De Zoon van God kan geen keuze maken die de Heilige Geest niet te zijner gunste - en niet tégen hem - kan aanwenden (T25.Vl.7:5). Het komt er dus op neer om goed te onderscheiden of je het ego of de Heilige Geest als leraar kiest.