Ik ben in de war door een passage in les 140 van het Werkboek van Een cursus in wonderen: “Alleen van de verlossing kan worden gezegd dat ze geneest.” Daar staat: “Dus leggen we onze amuletten, onze bezweringen en medicijnen… terzijde… We zullen stil zijn en naar de Stem van genezing luisteren, die alle kwalen in een keer zal genezen …” (W140.dI.10:1,2). Ik geloof dat we onze eigen ziekte creëren. Ik heb al zo’n 24 jaar hypothyreoïdie (een te langzaam werkende schildklier) en lijd ook aan depressies. Ik geloof echt in het absolute vertrouwen op God en Zijn waarheid. Moet ik daarom stoppen met het gebruiken van mijn medicijnen? Ik realiseer me dat ik een onderliggende angst heb voor de gevolgen van onbehandelde hypothyreoïdie. Kan mijn geloof deze omstandigheden wegnemen? Is de genezing waarnaar in deze les verwezen wordt fysiek, spiritueel of iets anders? Ik voel me wat dit aangaat heel erg verloren.
Antwoord: Stop alsjeblieft niet met het gebruik van je medicijnen. Dat is niet het doel van deze les uit het Werkboek. Jezus vraagt ons nooit om iets in de wereld van vorm op te geven dat ons nog steeds lijkt te helpen om ons beter voelen, onze lichamelijke symptomen beheerst en onze pijn en angst vermindert (T2.IV.4:5-10; 5). Hij probeert alleen ons voorbij onze stilzwijgende veronderstellingen over ziekten en behandelingen te laten kijken.
Het doel van deze les is specifiek om ons te leren begrijpen dat niet het líchaam ziek is en dat genezing niet dáárop gericht moet zijn. Het gaat om de denkgeest, die gelooft dat afscheiding en schuld werkelijk zijn. Dit is de gedachte achter de zinnen: “De Verzoening maakt de zieke niet beter, want dat is geen genezing. Ze neemt de schuld weg die de ziekte mogelijk maakt. En dat is inderdaad genezing” (WdI.140.4:4-6). En later in de les: “Laten we vandaag niet proberen te genezen wat niet aan ziekte kan lijden [het lichaam]. Genezing moet alleen daar worden gezocht waar ze is [in de denkgeest] en dan toegepast worden op wat ziek is [de denkgeest], zodat het [de denkgeest] kan worden genezen” (WdI.140.7:1,2). Deze gedachte staat met grote helderheid in het Tekstboek: “Het lichaam heeft geen genezing nodig. Maar de denkgeest die denkt dat hij een lichaam is, is absoluut ziek!” (T25.In.3:1,2).
Deze les probeert geen enkele verandering in ons gedrag teweeg te brengen, zoals stoppen met medicijnen. In plaats daarvan worden we uitgenodigd open te staan om anders te gaan denken over wat ziek is en waarom. Pas wanneer we beginnen te aanvaarden dat ziekte zich in de denkgeest bevindt en voortkomt uit ons onbewuste maar illusoire geloof in schuld – schuld omdat we denken dat we ons afgescheiden hebben van onze Bron en die hebben aangevallen – kunnen we beginnen te begrijpen dat genezing niet meer is dan het proces om dit geloof ongedaan te maken. En dat noemt de Cursus vergeving. Blijf dus gewoon je medicijnen gebruiken, maar nodig tegelijkertijd Jezus uit om met jou naar de schuld in je denkgeest te kijken. Die schuld heeft je er niet alleen toe gebracht te geloven dat je een lichaam bent, maar ook dat je het verdient om te lijden. Jezus deelt geen van deze overtuigingen over jou. Maar jij wel en dus heb je zijn leiding nodig.
Ter verduidelijking: de betekenis van ‘geloof’ in de Cursus is anders dan het traditionele gebruik ervan, zoals bijvoorbeeld in gebedsgenezing ofwel genezing door geloof. God geneest onze ziekte niet; de Cursus vraagt ons niet ons geloof in Hem te stellen om al onze ziekten en pijn weg te nemen. Met ‘geloof’ verwijst de Cursus naar de loyaliteit die we schenken aan ofwel het ego, ofwel de Heilige Geest om ons denken te leiden, met de onvermijdelijke uitkomst die het gevolg is van ons geloof in elk van deze leraren (T13.IX.2:3-6). Stel je geloof in de interpretatie van het ego over jezelf en anderen en je bent verzekerd van schuld, angst, pijn, ziekte en dood. Stel je geloof daarentegen in de interpretatie van de Heilige Geest en je bent verzekerd van vrede, liefde, vreugde en leven. En geloven in de Heilige Geest betekent dat je bereid bent oordelen over en aanvallen op jezelf en anderen te vervangen voor de genezende balsem van vergeving.
Andere vragen waarbij genezing en ziekte aan de orde komen zijn: V#057, V#128 en V#142.