Ik vraag me af hoe het zit met dankbaarheid, en het nut ervan bij het beoefenen van Een cursus in wonderen. Cursusvrienden brengen herhaaldelijk de beoefening van dankbaarheid ter sprake, als heel behulpzaam voor hen en voor hoe ze zich voelen. Ik ben er niet helemaal zeker van waar ik als Cursusstudent dankbaar voor moet zijn. Ik voel me wel dankbaar wanneer ik verlichting van pijn of angst ervaar, vreugde in een relatie met iemand anders, of bij de ervaring van vrede. Maar kan dit een instrument zijn? Of is het een gevolg? Ik heb er moeite mee wanneer ik mensen hoor zeggen dat het beoefenen van dankbaarheid hun waarneming van een situatie helemaal heeft veranderd.
Antwoord: Dankbaarheid is wezenlijk voor de beoefening van de Cursus. Dat wordt vooral duidelijk door bestudering van de werkboekles “Liefde is de weg die ik in dankbaarheid ga” (WdI.195). Daar contrasteert Jezus de visie van de wereld op dankbaarheid, die de egostrategie om ons afgescheiden te houden weerspiegelt, met die van de Cursus, waar dankbaarheid “de Liefde die de Oorsprong van heel de schepping is” WdI.195.10:3) weerspiegelt.
Onze dankbaarheid is drievoudig: 1) voor God omdat Hij alles van Hemzelf in onze schepping met ons deelt; 2) voor Jezus, die voor ons aanwezig is als een broeder die ons helpt ons God te herinneren; 3) voor alle omstandigheden en mensen in ons leven, want zij vormen het klaslokaal waarin we leren te ontwaken uit onze angstdroom.
Als we eerlijk zijn tegenover onszelf dan herkennen we in onszelf een tamelijk stevige weerstand tegen deze niveaus van dankbaarheid. Dit moet wel het geval zijn, gezien het denksysteem waaruit ons geïndividualiseerde bestaan voortkomt. In feite zei het ego tegen God: “Wie heeft Jou nodig? Ik red mezelf wel. Kijk maar.” Deze grondhouding is in ieders denkgeest aanwezig. Daarom, naar de mate waarin we onze onafhankelijkheid en autonomie op prijs stellen, vinden we heel weinig rechtvaardiging om God dankbaar te zijn dat Hij ons schiep. Dit geldt ook voor onze relatie met Jezus, omdat hij de Liefde van God voor ons symboliseert. Dankbaar zijn is in strijd met onze onbewuste behoefte om te bewijzen dat we zelf iets van ons leven kunnen maken. We hebben misschien wel af en toe wat hulp van anderen nodig, maar het ideaal dat ons voorgehouden wordt , vooral in dit land (de VS), is zelfstandigheid en onafhankelijkheid. “I did it my way”, zoals het populaire lied stelt. Wat dit alles betekent is dat, vóórdat we ware dankbaarheid kunnen ervaren, we moeten kijken naar de ondankbaarheid die we voelen, en waar dat uit voortkomt, namelijk de waarde die we hechten aan afscheiding. Als we de pijn herkennen die daarmee gepaard gaat, dan kunnen we ons wenden tot de liefhebbende, vriendelijke innerlijke leraar, die er samen met ons naar zal kijken. Als we alleen maar voor die liefde en tegen al het andere kiezen, dan zal “Onze dankbaarheid de weg naar Hem plaveien en onze leertijd meer bekorten dan waarvan je ooit kon dromen” (WdI.195.10:1).