Ik weet dat het doel van Een cursus in wonderen is te gaan inzien dat ik gedeelde belangen heb met mensen, in tegenstelling tot afzonderlijke belangen, maar een deel van mij verzet zich daartegen. Ik worstel met begrijpen hoe van me verwacht wordt gedeelde belangen te zien met iemand die juist voor moord naar de gevangenis werd gestuurd, of met een veroordeelde verkrachter. Misschien heb ik alleen maar geen goed begrip van wat gedeeld belang betekent, en hoe ik dit in mijn dagelijks leven praktisch toe kan passen. Kun je mij hierbij helpen?
Antwoord: Om het concept gedeelde belangen, of gedeeld doel, van de Cursus te begrijpen, dien je in te zien dat de Cursus het nooit heeft over lichamen. De Cursus zegt ons dat de fysieke wereld en ons bestaan erin illusoir zijn. Dus hebben lichamen, omdat ze een illusie zijn, geen eigen doel. Maar ze kunnen wel het doel dienen dat de denkgeest eraan geeft. En binnen deze droom zijn er maar twee doelen: geworteld blijven in deze pijnlijke, verzonnen wereld met onze angst begraven en onze persoonlijke identiteit intact, óf ons onze ware Identiteit als Gods ene Zoon herinneren en ontwaken tot ons ware thuis in de Hemel.
De Cursus verklaart: “God heeft jou en jouw broeder Zichzelf gegeven, en je dit herinneren is nu het enige doel dat jullie delen. En dus is het ook het enige dat je hebt” (T24.I.7:5-6). Met andere woorden: het ene en enige doel dat in werkelijkheid enige betekenis heeft (en ons bijgevolg uit deze droom zal leiden) is de herkenning dat de Liefde van God nog altijd in onze denkgeest is, en beschikbaar voor ons, om het even wánneer we ervoor kiezen. Want in werkelijkheid zijn we niet afgescheiden, en de gescheiden belangen die we als lichamen lijken te hebben zijn ook niet werkelijk. Leren dat dit zo is zal geleidelijk onze angst en schuld verminderen, totdat we tenslotte klaar zijn om te ontwaken. Dat is het belang dat we delen. Nogmaals, anders gezegd: de ene en enige behoefte die ieder van ons werkelijk heeft, is beseffen dat het kiezen voor de pijn en schuld van het ego ons ellendig maakt, terwijl kiezen voor Gods Liefde ons heel gelukkig zal maken.
Dat blijft onze enige behoefte, ongeacht of we een schijnbaar bewonderenswaardig of verachtelijk leven hebben geleid. Daarom delen we op deze manier precies dezelfde behoefte als een moordenaar of verkrachter. Dit heeft natuurlijk niets te maken met gedrag of mensen verantwoordelijk houden voor hun daden. Meestal zou het echt niet liefdevol of productief zijn om crimineel gedrag eenvoudig te verontschuldigen. Maar op een praktisch niveau betekent het dat we de misdadiger verantwoordelijk kunnen houden, zonder hem te haten. We kunnen erkennen dat hij, als reactie op dezelfde angst en schuld die in onze eigen denkgeest is, een andere keus heeft gemaakt. Op deze manier stappen we onze angst uit, en liefde en medeleven in, ons ervan bewust dat wij zo onze broeder helpen, en als hij hetzelfde deed, dan zou dat behulpzaam zijn voor ons.