Ik ben een jaar getrouwd, en ik heb een echtgenoot die me constant verbaal beledigt. Wat ik ook zeg, het maakt hem boos, en maakt dat hij scheldt op mij, zelfs in de aanwezigheid van anderen. We hebben hierover geruzied, maar ik merkte dat dat geen zin had. In die tijd begon ik Een cursus in wonderen te beoefenen. Soms werkt de Cursus, soms niet. Maar op de een of andere manier voel ik dat ik het absoluut niet meer verdraag. Ik zit vol haat en zelfmedelijden. Ik wil hem niet vergeven én ik haat mezelf dat ik dat niet doe. Ik weet niet wat ik hiermee aanmoet.
Antwoord: Student zijn van Een cursus in wonderen betekent niet dat je in een negatieve relatie moet blijven om de lessen van vergeving te kunnen beoefenen. Dat is een vergissing die studenten vaak maken. Terwijl het niet de bedoeling van de Cursus is ons over gedrag te adviseren, adviseert hij ons wel – en dat is de focus van de beoefening ervan – over de manier van denken die zal helpen de natuurlijke staat van ware onschuld in onze denkgeest te herstellen. Want vanuit die staat weet je wat de meest liefdevolle weg voor zowel jou als jouw echtgenoot is. Je zou er niet vreselijk mee in je maag zitten. Je zou blijven of weggaan, maar wat je ook kiest: je zou het doen zonder conflict, schuld, woede of angst. Het is niet makkelijk die staat te bereiken, zoals je ontdekt hebt in de korte tijd waarop je met de Cursus hebt gewerkt – normaal gesproken is het een proces dat vele jaren duurt. Maar heilige ogenblikken, waarin je vrij van ego-investering bent, zijn in ieder stadium van het proces binnen bereik: “De noodzakelijke voorwaarde voor het heilig ogenblik vereist niet dat je geen gedachten hebt die niet zuiver zijn. Maar ze vereist wel dat je er geen hebt die je wilt vasthouden” (T15.IV.9:1-2). Dat ogenblik zonder angst of schuld brengt jouw denken in lijn met de empathische waarheid die altijd aanwezig is in je juist gerichte denken.
Het is van groot belang dat je mild tegenover jezelf bent wanneer je vergeving onvolmaakt beoefent, en wanneer je weigert te vergeven. Er zijn vele lagen angst in onze denkgeest die onze weerstand en alle moeite die we met vergeving hebben verklaren. Jezus is het model om te volgen. Hij veroordeelt ons nooit, want hij ziet onze ego keuzes louter als vergissingen die correctie behoeven, niet als zonden die om straf vragen. Hij vraagt ons dezelfde houding aan te nemen wanneer we in de verleiding komen onszelf te veroordelen vanwege onze onwilligheid en onze onvolmaakte toepassing. Er is geen verdienste in vechten tegen jezelf, om maar ‘spiritueel’ of een ‘goede’ student van Een cursus in wonderen te zijn (T30.I.1:7).
Het is ook belangrijk te begrijpen dat vergeving nooit over die andere persoon gaat: het gaat alleen over de herkenning dat al onze woede een projectie is van onze eigen schuld. Onze verborgen keuze, die we telkens opnieuw maken, namelijk geloven in onze zondigheid, is de werkelijke en enige bron van ons ongelukkig zijn en ons gebrek aan vrede; niet wat andere mensen ons al of niet aandoen. Daarom ligt de nadruk in de Cursus op naar binnen kijken, naar de inhoud van onze denkgeest, en op in ons gewaarzijn terugbrengen van onze macht om te kiezen ófwel voor de leringen van het ego, ófwel voor die van Jezus. Dat is de functie van het wonder: “Het wonder stelt vast dat je een droom droomt waarvan de inhoud niet waar is” (T28.II.7:1).
V#501 en V#675 behandelen ook het soort situatie waarin jij je bevindt. De bespreking werkt sommige punten die jij noemt verder uit, met een bijzondere nadruk op de ego valkuilen die studenten mogelijk niet opmerken in hun pogingen om te gaan met de woede en pijn van negatieve relaties.