Waarom zouden agnostici uit een land als Japan, waar weinig interesse voor georganiseerde religie is, en zeker weinig angst voor de God die in de drie op Abraham gebaseerde religies bestaat, zich afsplitsen van hun Bron? Als wij, door deze wereld en dit lichaam te scheppen, ons verbergen voor een woedende God, hoe zit het dan met mensen die zich niet om enige God bekommeren, laat staan Hem vrezen?

Antwoord: Het is moeilijk voor ons om vragen te stellen die niet voortkomen uit aannames zoals ‘de wereld is werkelijk en wordt bevolkt door verschillende mensen met verschillende overtuigingen en filosofieën, die op een specifieke tijd en plaats bestaan’. Dat is zeker onze ervaring, geïdentificeerd als we zijn met ons individuele zelf dat zijn eigen individuele bestaan lijkt te hebben, niet verbonden met en niet beïnvloed door de meeste andere afgescheiden zelven in de wereld.

Vanuit het perspectief van de Cursus kunnen deze aannames niet verder van de waarheid af staan. De wereld is alleen maar de ene projectie van een gefragmenteerde gespleten denkgeest, die gelooft dat hij kan bestaan buiten de Eenheid van de Werkelijkheid (T18.I.4,5,6). De diverse aspecten van deze gespleten denkgeest nemen verschillende vormen aan als ze naar buiten in de wereld van vorm geprojecteerd lijken te worden. Maar er is één ding dat ze allemaal gemeenschappelijk hebben: ze symboliseren allemaal het geloof dat de afscheiding werkelijk is en dat elk van ons alleen in de wereld is, niet helemaal zeker van hoe we hier terecht zijn gekomen, maar er heel zeker van dat we hier zijn. En de wereld zal soms als een potentieel gevaarlijke, bedreigende plaats ervaren worden, ofwel vanwege onpersoonlijke natuurkrachten, ofwel vanwege sterkere persoonlijke krachten – andere mensen – buiten onszelf.

Dus ongeacht onze religieuze of spirituele overtuigingen, of het ontbreken daarvan: het feit dat we ons allen in een wereld van afscheiding lijken te bevinden en ons identificeren met ons lichaam, betekent dat we allen hetzelfde egodenksysteem delen. En daarom gebruiken we allemaal de wereld onbewust om ons te verbergen voor onze eigen schuld vanwege het geloof dat we afgescheiden zijn, geprojecteerd op de een of andere kracht buiten onszelf. Daarom doet het er niet toe of we bewust al of niet in enige god geloven; we geloven allemaal in het ego en zijn verdedigingen. En we hebben de schijnbare verdediging waarin de wereld en het lichaam voorzien aanvaard, zodat we niet verantwoordelijk lijken te zijn voor alle zonde en schuld in de gespleten denkgeest, die iedereen deelt die gelooft dat hij in de wereld is.

Als een set van symbolen is Een cursus in wonderen heel cultuurspecifiek, en zo kan het zijn dat hij geen weerklank vindt bij mensen die een andere set van culturele overtuigingen hebben over de aard en het bestaan van God en de wereld. De specifieke mythologie van de Cursus is puur afgeleid van de rijke mythologie van het
Judaïsme en het Christendom. Maar de inhoud is universeel, want hij beschrijft – in Joods/Christelijke terminologie – wat elke denkgeest die gelooft dat hij een lichaam in de wereld is uiteindelijk gelooft. En zo moet uiteindelijk ieder schijnbaar afgescheiden fragment van de gespleten denkgeest tot het besef komen dat het niet afgescheiden is van Liefde, en dat zijn schuld over de afscheiding niet werkelijk is, alhoewel de symbolen die tot dit besef leiden sterk zullen verschillen, door het hele Zoonschap heen (H29.2:6).

Miracles in Contact Facebook Page  Miracles in Contact YouTube Page  Miracles in Contact Instagram Pagina