In het antwoord op V#898 staat: ‘Liefde zit nu aan het stuur, niet jij als individu’. Mijn zienswijze is dat dit in tegenspraak lijkt te zijn met wat in Les 154 wordt gezegd over de boodschappers van God en hun boodschappen: ze “voeren hun taak uit door Zijn boodschappen aan te nemen als zijnde voor zichzelf, en ze tonen dat ze de boodschappen begrijpen door deze weg te geven. Ze kiezen geen rollen die hun niet op Zijn gezag gegeven zijn. En zo winnen ze bij elke boodschap die ze weggeven” (WdI.154.7:2-4). Zoals ik het zie, speelt de boodschapper hier een actieve rol. Hoe staan deze twee ideeën in verband met elkaar?
Antwoord: In wat je citeert ligt de nadruk op verschillende punten, maar de inhoud is dezelfde. In V#898 wordt benadrukt dat je, wanneer je het ego loslaat, je ervan bewust bent dat je niet het individuele zelf bent dat je dacht te zijn en dat altijd bepaalde wat het probleem was en wat de oplossing was. Wanneer je het ego loslaat, is er in je denkgeest niets anders over dan liefde, en dan is je waarneming identiek aan die van de Heilige Geest. Je bent in harmonie met de waarheid, niet met de illusie.
In Les 154 richt Jezus zich op een ander punt, dat er weliswaar verband mee houdt: dat het onze enige functie is de Verzoening te aanvaarden door te oefenen in vergeving. Als “dienaren” kunnen we Jezus’ boodschap van vergeving alleen maar waarlijk naar de wereld brengen als we die eerst zelf aanvaard hebben, omdat in Een cursus in wonderen geven en ontvangen hetzelfde is. Dit staat in contrast met het standpunt van de wereld, waar de rol van de boodschapper alleen maar inhoudt dat hij de boodschap aan andere mensen aflevert; het afgeven van de boodschap is alleen maar een uiterlijke gebeurtenis. Jezus onderwijst ons dat als we Gods Liefde willen ontvangen, we Haar moeten geven – en dat betekent dat we tot het inzicht moeten komen dat we allemaal dezelfde belangen delen, en uiteindelijk ook hetzelfde Zelf. Ik herinner me mijn ware Identiteit als Christus alleen wanneer ik inzie dat diezelfde Identiteit ieder ander definieert. Het gaat hier allemaal om inhoud, niet om vorm.
We zijn dus ‘actief’ door te kiezen voor het onderricht van de leraar van vergeving en eenheid en niet van de leraar van conflict en afscheiding. Dan worden we de boodschap, zoals Jezus ons ook zegt: “Onderwijzen is demonstreren” (H.In.2:1). Nogmaals, het gaat hier alleen om wat er in onze denkgeest omgaat (de inhoud), niet om ons gedrag (de vorm). Ik kan Gods Liefde niet in mezelf ervaren als ik ook maar over één andere persoon oordeel dat hij die Liefde niet waard is, want wat naar haar aard alomvattend is kan niet door uitsluiting gekend worden. We zijn dus actief in onze denkgeest, en vervolgens zal die inhoud tot uitdrukking komen in onze interacties. Uiteindelijk brengen de twee uitspraken dus dezelfde inhoud over.