Ik denk dat ik een vrij goed begrip heb van waar Een cursus in wonderen over gaat. Maar ik zit vast! Er zijn dingen die ik in mijn leven wil; bijvoorbeeld een intieme relatie met het andere geslacht. Maar ik betrap mezelf er dikwijls op dat ik me afvraag of ik hierom zou moeten bidden? De Cursus zegt dat je niet buiten jezelf moet zoeken (T29.VII). Aangezien ik zo’n intieme relatie niet heb gevonden, vraag ik me af of dit de manier van de Heilige Geest is om me te zeggen dat ik er nog niet klaar voor ben, of is het mijn slechte ego dat me in zijn greep houdt? Ik denk dat mijn grootste vraag is: wat zie ik niet? Ik besef dat ik bij God alle geluk en alle liefde zal vinden die ik nodig heb, maar het feit is dat ik denk dat ik hier ben en dat ik deze relatie wil terwijl ik hier ben. Waar moet ik naar kijken om te ontdekken waarom mij dit niet te beurt valt?
Antwoord: De Cursus houdt er zich niet echt mee bezig waarom we in deze wereld niet krijgen wat we willen, want zijn doel is ons te helpen beseffen dat dit onze thuis niet is en dat niets hier ons ooit de vrede van God kan geven – of die van ons kan wegnemen. Maar de Cursus zegt beslist niet dat als je niet krijgt wat je wilt, dat betekent dat de Heilige Geest je iets probeert te vertellen – dat je bijvoorbeeld niet klaar bent voor een relatie. Je vergist je als je denkt dat de Heilige Geest op die manier in wisselwerking met ons staat – Hij zendt ons geen lessen en heeft geen controle over specifieke zaken in ons leven. (V#628 bespreekt de aard van het gebed met betrekking tot de Heilige Geest.)
De mensen vragen zich altijd af wat ze verkeerd doen omdat ze niet in staat zijn een goede baan te krijgen, meer geld te verdienen, kinderen te krijgen, enzovoort, zelfs al doen ze in werelds opzicht alles ‘juist’. Soms komt het gewoon door de omstandigheden, soms is er een onbewust conflict – als je bijvoorbeeld iets wilt maar je tegelijk onwaardig voelt om gelukkig te zijn, succes te hebben, en dergelijke; als je iets wilt maar toch het gevoel hebt dat je de Cursus afvalt omdat hij tegen speciaalheid is, enzovoort. Maar zonder de verantwoordelijkheden van onze rol in de wereld te ontkennen, moet onze aandacht verschuiven van waarom we niet krijgen wat we willen, naar het onderliggende zelfbeeld dat we aanvaard hebben en dat gebrek en ontoereikendheid tot werkelijkheid maakt. Dit zelfbeeld zorgt er dan voor dat we ons streven richten op het oplossen van deze problemen van gebrek en ontoereikendheid, omdat we denken dat we weten wat onze hoogste belangen zijn.
Wat de Cursus doet is ons aansporen om zorgvuldig na te denken over waar we werkelijk om vragen, maar dit verwijst uitsluitend naar de inhoud in onze denkgeest – of we vragen om wat ons in de droom zal houden of om wat ons helpt uit de droom te ontwaken; of we onze belangen zien als dezelfde of als afzonderlijk van die van anderen. Waar het op neerkomt, is dat het altijd om het doel gaat – welk doel zal deze relatie dienen? Het belangrijkste is daar eerlijk over te zijn. Het is niet verkeerd om een relatie met iemand van het andere geslacht te willen, en de Cursus zegt nooit dat je dat niet moet nastreven (zie V#184 en V#312 ). Hij vraagt alleen maar dat we in onze denkgeest een duidelijk doel hebben. Ook al is het voor jou duidelijk dat het allemaal over speciaalheid gaat en over lichamen die samen zijn, je hoeft je niet schuldig te voelen of streng voor jezelf te zijn. Er is geen hiërarchie in illusies en dus verschilt het zoeken naar een speciale relatie in niets van alle inspanningen die je levert om je te verzekeren van een beetje zuivere lucht om in te ademen of om gezond voedsel te eten. In deze wereld is het normaal dat we dat doen. We moeten alleen niet vergeten dat elk aspect van ons leven behandeld kan worden als een klaslokaal waarin we de Heilige Geest uitnodigen om ons te helpen onze relaties te transformeren zodat ze niet het doel van het ego – de afscheiding – dienen, maar Zijn doel om ons voorbij speciaalheid te leiden naar de waarneming van gedeelde belangen en een gedeeld Zelf.