Bespreek alsjeblieft dankbaarheid en Een cursus in wonderen. Kunnen we echt dankbaar zijn voor iets anders dan de gelegenheid om te vergeven?
Antwoord: Als je met dankbaarheid voor de gelegenheid om te vergeven bedoelt: elkaar dankbaar zijn voor deze gelegenheden, heb je de essentie van Een cursus in wonderen geraakt, namelijk vergeving. In een op de band opgenomen workshop getiteld ‘Onze dankbaarheid jegens God’ bespreekt Ken dankbaarheid op drie niveau’s: onze dankbaarheid jegens God, Jezus, en elkaar. Net zoals vergeving de correctie is voor het niet-vergeven dat we voelen, is dankbaarheid ook een correctie. Het corrigeert de ondankbaarheid die we voelen op deze drie niveaus, en wanneer onze ondankbaarheid gecorrigeerd is, verdwijnt de behoefte aan dankbaarheid. Dit gaat er helemaal niet over dat Jezus of God onze dankbaarheid nodig hebben (zie:T6.I.17) – het is eenvoudig een andere dimensie in het proces van ongedaan maken van het egodenksysteem in onze denkgeest. Als ondankbaarheid gezien wordt als de hoeksteen van het egodenksysteem, dat fundamenteel hand in hand gaat met oordeel, aanval, angst en schuld, dan moet liefde wel komen wanneer we de ondankbaarheid ongedaan maken en onszelf toestaan ons dankbaar te voelen jegens elkaar, Jezus, en God, omdat liefde verborgen zat achter ondankbaarheid. Ondankbaarheid is als een sluier, en daarom kan, als de sluier verdwenen is, de Liefde van God ervaren worden.
Kortom, de dankbaarheid die de Cursus ons vraagt voor elkaar te voelen, is niet voor wat jij voor mij doet of voor de ellendige manier waarop jij mij behandeld hebt. Het is dankbaarheid omdat ik in staat ben in jou een spiegel van mijn eigen zelf te zien. Door de ‘zonde’ in jou te zien, weet ik dat die in mij is, en door mijn gedachten over jou te veranderen, verander ik mijn gedachten over mijzelf. Dat is de bron van onze dankbaarheid jegens elkaar. Toch kan ik jou niet vergeven zonder een liefdevolle Aanwezigheid naast mij, en dus is mijn dankbaarheid ten opzichte van jou onmogelijk zonder dat ik mij ook dankbaar voel jegens Jezus of de Heilige Geest. Met andere woorden: ik besef dat ik niet uit mijzelf van gedachten kan veranderen, omdat het mijn zelf is dat mij in deze moeilijkheden heeft gebracht, dat jou beschuldigd heeft, en dat gelooft dat ik het op eigen houtje kan doen. Vertrouwen op dit zelf dient alleen maar om mij in de hel te houden. Dus ik herken niet alleen dat ik dit niet zonder Jezus kan doen, maar ook dat ik het niet zonder jou kan doen, omdat jij een deel van mijzelf vertegenwoordigt, een deel dat ik afgesplitst heb en buiten mij geplaatst. En totdat ik herken dat jij niét buiten mij bent, maar werkelijk een deel van mij, zal ik nooit de Christus kennen die ik ben. “Jouw functie hier op aarde is slechts dat je hem vergeeft, opdat je hem weer als jouw Identiteit aanvaardt. Hij is zoals God hem geschapen heeft. En jij bent wat hij is. Vergeef hem nu zijn zonden en je zult zien dat je één met hem bent” (WdI.192.10:6-9).
Naarmate we verder gaan in dit proces van ongedaan maken van het ego, zal onze dankbaarheid jegens Jezus groeien, omdat we beseffen dat, ondanks al de vreselijke ego-onzin die zich binnenin ons afspeelt, een deel van ons weet dat hij werkelijk van ons houdt, en dat door het aanvaarden van zijn liefde, wij de liefde kunnen aanvaarden die wij zijn. Dit neemt de ondankbaarheid weg die we naar God toe voelden, dankzij onze aanvaarding van de vervanging van het ego door de ware God. Door de liefde van de Hemel te weerspiegelen in zijn relatie met ons, helpt Jezus ons de diepe dankbaarheid te herinneren die wij voor God voelen als onze liefdevolle Schepper en Bron.
Voor nog meer uitleg zie V#556 , die de egoversie van dankbaarheid contrasteert met die van de Heilige Geest. Uittreksels uit het tape-album ‘Our Gratitude to God’ zijn te vinden op www.facim.org onder Teaching Materials/Excerpts Series.