Wat bedoelt Jezus, wanneer hij zegt in Een cursus in wonderen dat we “zelfs in deze wereld, relaties hebben gemaakt die heel werkelijk zijn” (T17.IV.3:1)? Hij zegt vervolgens dat we ze niet herkennen. Op welke ‘werkelijke relaties’ zinspeelt hij?

Antwoord: De ‘heel werkelijke relaties’ zijn heilige relaties: gevallen dat je iemand vergaf of niet veroordeelde; gevallen waarop je jouw belangen niet als gescheiden van die van iemand anders zag. Het kan een interactie geweest zijn met een ober in een restaurant, die een slechte dag had, maar jij veroordeelde hem niet; of misschien rende een kind tegen je aan in de supermarkt, maar jij werd er niet boos om; of misschien voelde je alleen maar medeleven met iemand die onvriendelijk was. Je had op zo’n moment waarschijnlijk niet eens in de gaten dat je je ego oversteeg. In die zin herkende je deze ‘werkelijke relaties’ niet. In het Handboek bespreekt Jezus dit idee in samenhang met niveaus van onderwijs en onderwijs-leersituaties. (H3)

Miracles in Contact Facebook Page  Miracles in Contact YouTube Page  Miracles in Contact Instagram Pagina