Ik begrijp dat er maar één werkboekles per dag gedaan hoeft te worden, maar hoeveel keer gedurende de dag kan de les gelezen en kunnen de oefeningen gedaan worden? De beginlessen zijn heel kort en je zou verschillende keren per dag de les kunnen lezen en de oefeningen doen, maar wordt dat ook aangeraden? Of moeten elke les en de oefeningen maar één keer per dag worden gedaan?
Antwoord: De instructies om het Werkboek te doen vermelden dat er maar één les gedaan hoeft te worden en je kunt ervan uitgaan dat het maar één keer betekent. Sommige lessen bevatten verdere instructies over het herhalen van de gedachte voor die dag, of om die in herinnering te brengen. In sommige lessen vraagt Jezus dat we heel de dag door het idee specifiek toepassen. De instructies in het Werkboek zijn de enige gids die we nodig hebben voor onze oefeningen.
Het is heel belangrijk dat je je best doet om de instructies te volgen zoals die worden gegeven, maar jezelf niet te veroordelen wanneer je daar niet in slaagt. Als je het Werkboek perfect kon doen, zou je het niet nodig hebben. Dit is een programma om de denkgeest te trainen; het is dus duidelijk dat we die training nodig hebben. En van niemand die getraind wordt, wordt verwacht dat hij vlekkeloos presteert. Als we in de verleiding komen verwachtingen te koesteren over volmaaktheid, is dat een poging van het ego zichzelf de leiding over het Verzoeningsproces te geven. Als je vindt dat het jou helpt, is er niets mis met de lessen over te lezen en na te denken en te mediteren over de boodschap die erin vervat zit, zolang je geen dwang voelt, of geobsedeerd bent om de lessen te doen. Jezus herinnert ons er herhaaldelijk aan dat we geen spanning mogen voelen. Het advies dat hij ons in Les 12 geeft, kun je veralgemenen tot het hele Werkboek: ”Houd met de oefeningen op zodra je een gevoel van spanning ervaart” (Wd1.12.6:4). Een gevoel van urgentie, dwang of spanning wijst erop dat het ego is binnengeslopen om de leiding te nemen. Dat hoeft je niet in onvrede te brengen. Het betekent alleen maar dat je bang bent geworden. En aangezien je jezelf niet kunt forceren door de angst heen te gaan, kun je beter gewoon stoppen. Bereid zijn tegen Jezus te zeggen dat je te bang bent om verder te gaan, en jezelf daarvoor niet te veroordelen, strookt meer met het doel van het Werkboek dan je in te spannen om de oefeningen perfect te doen. Het doel is “… eenvoudig van de ene duidelijke les naar de volgende [te gaan], in makkelijke stappen die jou zachtjes en zonder de minste inspanning van de ene naar de andere leiden” (T31.I.2:4). We kunnen maar één stap tegelijk zetten, en dat is het enige wat van ons wordt gevraagd.