Doordat ik door verschillende mannen seksueel misbruikt ben, heb ik heel mijn leven al last van demonische ‘entiteiten’ in mijn dromen, en af en toe ook als een ‘aanwezigheid’ als ik ‘wakker’ ben. Ze stralen een bepaalde energie uit: afwezigheid van liefde en goedheid. Ik ben me ervan bewust dat ik dit moet aanpakken en niet moet vluchten en ik heb verschillende manieren aangewend om ze te ‘bestrijden’. Wanneer ik weet dat ze niet werkelijk zijn, wanneer ik ze ‘zie’, veranderen ze en verdwijnen ze. Maar er zijn momenten dat hun verschijning zo angstaanjagend is dat de angst sterker is dan mijn helderheid van geest en ik gewoon ‘wegloop’. Deze verschrikkingen uit mijn jeugd lijken symbiotisch geworden met mijn ego-identiteit. Ik wil graag weten of de Cursus enig idee heeft hoe het komt dat deze wezens zich nog steeds in mijn bewustzijn bevinden terwijl ik er al in geslaagd ben ze te laten ‘wegsmelten’ in het licht van de werkelijkheid?
Antwoord: Entiteiten zoals die welke jij beschrijft, zijn verschillende aspecten van het ego, en kunnen dus worden losgelaten zoals dat kan met elk aspect van het ego: door vergeving. Vergeving betekent in theorie dat we een illusie van afscheiding vergeven – het is niet moeilijker de ene vorm van een illusie los te laten dan een andere. De toepassing van dit principe moet echter op elk gegeven moment in ons leven gericht zijn op het niveau van onze ervaring. Met andere woorden: wat onze ervaring betreft beheersen sommige aspecten van het ego ons denken zo intens dat het noodzakelijk is ons tot een hulpbron van buitenaf te wenden die ons kan helpen het niveau te bereiken waarop we dan de principes van Een cursus in wonderen zinvoller en efficiënter kunnen toepassen. Dit is meestal het geval wanneer misbruik, in welke vorm dan ook, jarenlang angst en verschrikking heeft veroorzaakt. We moeten in staat zijn hulp te aanvaarden op het niveau waarop we die nodig hebben, anders kan die niet werkelijk nut hebben.
In het begin van het Tekstboek leert Jezus ons over dit belangrijke deel van ons proces: “De waarde van de Verzoening ligt niet in de manier waarop ze tot uitdrukking wordt gebracht. In feite zal ze, als ze waarachtig wordt benut, onvermijdelijk worden uitgedrukt op de manier die de ontvanger het meest zal helpen. Dit betekent dat een wonder, wil het zijn maximale effect sorteren, moet worden uitgedrukt in een taal die de ontvanger zonder angst kan verstaan. … De hele opzet van het wonder is het communicatieniveau te verhogen, niet het te verlagen door de angst te vergroten (T2.IV.5:1-3,6). Verzeker je er dus van dat je deze cruciale stap in je werk met de Cursus niet overslaat.
De uiteindelijke les is dat we in vrede kunnen zijn, ongeacht wat de wereld ons heeft aangedaan. We hoeven alleen maar in gedachten te houden dat de wereld geen macht heeft over de denkgeest; de droom geen macht over de dromer, zoals we in deze passage leren: “Je zou namelijk helemaal niet reageren op figuren in een droom waarvan je wist dat je die droomde. Laat ze zo haatdragend en kwaadaardig zijn als ze maar zijn, ze kunnen geen effect op jou hebben, behalve wanneer jij naliet in te zien dat het jouw droom is” (T27.VIII.10:5-6).