Ik las onlangs in een boek dat de bewoners van het vormloze rijk eonen lang in een toestand van gelukzaligheid leven, en dan na vele eonen tot een van de lagere staten vervallen. Kun je hier meer uitleg over geven? Ik denk dat de schrijver hiervan over een domein van bestaan spreekt, maar niet over Gods vormloze Liefde.
Antwoord: Dit gezichtspunt verschilt van wat Een cursus in wonderen over God en de Hemel zegt. De Hemel is volgens de Cursus “een gewaarzijn van volmaakte Eenheid” (T18.VI.1:6). Niets anders dan deze volmaakte Eenheid bestaat, al het andere is volkomen illusoir. Als er iets vanuit deze staat tot een andere staat zou kunnen ‘vervallen’, zou er iets naast volmaakte Eenheid bestaan. Dit staat in de Cursus bekend als het Verzoeningsprincipe: dat afscheiding van God onmogelijk is en dat die in werkelijkheid dus niet heeft plaatsgevonden.