Ik maak me momenteel veel zorgen over mijn relatie en de steeds terugkerende problemen met mijn partner. De cyclus lijkt zich steeds te herhalen. Onlangs ben ik Een cursus in wonderen tegengekomen en deze is deel van mijn leven geworden. Ik heb geprobeerd mezelf en hem te vergeven, maar het patroon lijkt zich steeds te herhalen. Ook al ervaar ik meer vrede en maak ik me minder zorgen, ik weet nog altijd niet hoe ik een einde moet maken aan deze cyclus en hoe ik het antwoord hierop kan vinden.
Antwoord: Alleen van plan zijn om te vergeven volstaat meestal niet, tenzij we enigszins begrijpen wat we precies willen vergeven. Wanneer de Cursus nieuw voor ons is – en dat is meestal minstens de eerste dertig of veertig jaar van onze studie en de beoefening ervan – denken de meesten van ons dat we anderen proberen te vergeven voor wat ze hebben gedaan, en onszelf omdat we in de val gelopen zijn die zij voor ons hebben gezet. En omdat we toch ergens moeten beginnen is dat misschien nog niet zo’n slechte plek. Maar dit had Jezus bepaald niet in gedachten als het over vergeving gaat, want hij geeft in zijn Cursus de volgende definitie: “Vergeving ziet in dat wat jij dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft plaatsgevonden” (WdII.1.1:1). Het feit is dat wat vergeven dient te worden, niets met anderen te maken heeft. Anderen zijn eenvoudigweg het scherm waarop we onze eigen schijnbare zonde en schuld geprojecteerd zien. Maar ons ego heeft hen het doel gegeven verantwoordelijk te zijn voor onze gevoelens, zodat we niet naar binnen kijken naar de werkelijke bron van onze onrust en ons conflict. De werkelijke bron is onze dwaze keuze voor het ego met de ermee gepaard gaande investering in afzonderlijke belangen, aanval, woede en schuld.
We denken allemaal dat onze partners, vrienden en vijanden dingen doen die ons uit evenwicht brengen en ons van geluk en vrede beroven. Maar dat is precies onze poging om het zo aan te leggen dat we niet zien dat wij het zelf zijn die er al voor gekozen hebben uit evenwicht te zijn en ons geluk en onze vrede weg te gooien. De andere persoon is alleen maar de geschikte zondebok voor hoe we ons voelen – ongeacht wat hij gedaan lijkt te hebben! Dat wil niet zeggen dat anderen niet onaardige en zelfs wrede dingen zeggen of doen. Maar ik kan alleen maar persoonlijk reageren op wat iemand anders zegt of doet als ik zonde en schuld in mijn denkgeest al werkelijk heb gemaakt, en geloof dat ik een afzonderlijke persoon ben die aangevallen en gekwetst kan worden.
Is het echt mogelijk te aanvaarden dat dit waar is en in te zien dat beschuldigingen en woede nooit gerechtvaardigd zijn? Ja, maar niet als ik in mijn eentje tot dat inzicht probeer te komen. Dit is een proces waarbij ik elke keer nadat ik uit evenwicht ben geraakt, me herinner dat ik bereid ben in te zien dat dit mijn interpretatie van de situatie is, maar dat ik mij vergis! En dus wil ik mijn verkeerde waarneming naar Jezus of de Heilige Geest kunnen brengen en toelaten dat zij deze waarneming reinigen van al mijn oordelen en zelfgerichtheid. En niets in dit hele proces heeft iets te maken met die andere persoon of met wat ik tegen hem moet zeggen of doen.
Nu kunnen de meesten van ons de dingen niet gewoon laten zijn zoals ze zijn binnen onze relaties zonder te proberen ze te herstellen, zoals wij denken dat ze hersteld moeten worden. Daar is niets verkeerd mee, maar het is wel een poging van ons ego zich de controle over de situatie toe te eigenen en Jezus’ rol in het genezingsproces te verminderen of tot een minimum te beperken. Dat proces heeft alleen plaats in onze denkgeest, niet in de relatie tussen ons lichaam en dat van de ander. Zodra wij onze aandacht verschuiven van de schuld in onze denkgeest naar het probleem met onze partner, hebben we onze denkgeest uitgeschakeld. Misschien vinden we wel een tijdelijke oplossing die het conflict lijkt op te lossen, maar dan hebben we niets gedaan aan de hoofdoorzaak van het conflict – ons eigen gevoel van schuld en zondigheid. En zo lijkt het, zoals je zelf zegt, of er terugkerende cycli van conflicten zijn, en wij begrijpen niet waarom.
Maar beetje bij beetje, naarmate we bereid zijn onze eigen volledige verantwoordelijkheid te erkennen voor de manier waarop wij voelen en reageren, beginnen we onze investering in schuld los te laten. En dan raken we niet meer uit evenwicht als hetzelfde probleem weer lijkt op te duiken, maar we verwelkomen het als een nieuwe gelegenheid om te oefenen in vergeving en de pijn in onze denkgeest te genezen die voortvloeit uit onze keuze onszelf als afgescheiden en alleen te zien. Zo zegt Jezus ons aan het einde van het Tekstboek – en merk op dat hij geen melding maakt van iemand anders in dit proces:
“Beproevingen zijn niets dan lessen die je verzuimde te leren, opnieuw aan jou gepresenteerd, zodat waar je eerst een verkeerde keuze maakte, je nu een betere kunt doen, en zo ontsnappen kunt aan alle pijn die jouw eerdere keus je bracht. Bij iedere moeilijkheid, elke verwarring en in alle nood, roept Christus jou en zegt Hij liefdevol: ‘Mijn broeder, kies opnieuw.’ Hij wil geen enkele bron van pijn ongenezen laten, noch enig beeld dat de waarheid versluiert laten bestaan. Hij wil alle ellende wegnemen van jou die door God werd geschapen tot altaar voor de vreugde. Hij wil je niet achterlaten zonder troost, moederziel alleen in helse dromen, maar jouw denkgeest bevrijden van alles wat Zijn gelaat voor jou verborgen houdt. Zijn Heiligheid is die van jou, want Hij is de enige macht die werkelijk is in jou. Zijn kracht is die van jou, want Hij is het Zelf dat God heeft geschapen als Zijn enige Zoon” (T31.VIII.3).