Nemen we alles wat we leren mee naar het volgende leven? Ik merk dat alles zo doordrongen is van mijn oordeel, dat het mij haast onmogelijk lijkt om mijn weg terug naar huis te vinden in alleen maar dit leven.
Antwoord: Een leven is slechts een leerschool met lessen over de terugkeer van de Zoon van God naar zijn ware thuis. Er zullen levens zijn zolang de denkgeest gelooft dat de gedachte van afscheiding waar is, en dat er een keuze is tussen waarheid en illusie. Elke keer wanneer de denkgeest voor de illusie van afscheiding kiest, projecteert hij zijn schuld voor die keuze in de vorm van oordelen. De ene gedachte dat de afscheiding feitelijk plaatsvond, en dat de illusoire wereld daarom echt is, ligt achter de ontelbare ogenschijnlijk verschillende oordelen en levens. Uit deze ene gedachte komt elk oordeel en elk leven voort. Het doel van Een cursus in wonderen is ons te leren onderscheid te maken tussen wat waar en wat onwaar is, en onze denkgeest te trainen om de gevolgen te herkennen van de keuze die we maken. Dit proces kan meerdere levens omvatten, vanwege de onwilligheid te kiezen voor het geloof dat alleen waarheid waar is, en dat wat onwaar is nooit geluk kan brengen. Ieder oordeel brengt ellende, en ieder mensenleven eindigt in dood. In werkelijkheid begint ieder mensenleven met een doodklap aan Gods Zoon.
Wat leren lijkt is in feite een proces van herinneren van de waarheid, door het ego denksysteem af te leren. De denkgeest gebruikt het lichaam, de wereld en vele mensenlevens om zich zijn ware Identiteit te herinneren, en al het overige te vergeten. Van zichzelf doet het lichaam niets; in feite: “In geen enkel ogenblik bestaat het lichaam überhaupt” (T18.VII.3:1). Het is dus duidelijk dat het herinneringsproces doorgaat, met of zonder het lichaam; het gaat vooraf aan geboorte en overleeft dood. En aangezien het afleren/herinneren in de denkgeest plaatsvindt, gebeurt het niet in een of ander ‘leven’; een term die we associëren met de levensduur van het lichaam, gemeten naar lineaire tijd. Ironisch genoeg wordt dit nu ‘werkelijke tijd’ genoemd. De Cursus zou het ‘illusoire tijd’ noemen, en vertelt ons dat het helemaal geen tijd neemt om tégen het ego te kiezen.
Gelukkig hoeven we niet ieder oordeel dat we in ons arsenaal van aanvalsgedachten in voorraad houden, terug te draaien. Het enige ‘oordeel’ dat omgekeerd hoeft te worden is de beslissing om partij te kiezen voor het ego met zijn interpretatie van de afscheiding. Als ieder oordeel de projectie van schuld over die genomen beslissing is, dan eindigt oordelen wanneer de denkgeest ten gunste van de Heilige Geest beslist, in plaats van ten gunste van het ego. Wanneer die beslissing ondubbelzinnig genomen is, dan eindigt alle oordeel, evenals alle geloof in de illusie van de wereld, en de levens erin doorgebracht. Op dat punt geldt: “Je voeten hebben de velden bereikt die jou verwelkomen bij de Hemelpoort, de stille plaats van vrede waar jij met zekerheid de laatste stap van God afwacht” (WdI.194.1:3). Intussen is het belangrijk geduldig verder te gaan met het blootleggen van de oordelen die het onjuiste geloof van de denkgeest onthullen dat afscheiding mogelijk is, en Gods Zoon ter dood gebracht. Elk oordeel is een gelegenheid de waanzin van dit geloof en de pijnlijke gevolgen ervan te overwegen, zodat we dichter bij de laatste beslissing tégen de krankzinnigheid van het ego komen.