In de loop der jaren heb ik van tijd tot tijd een ervaring gehad waarbij, terwijl ik sliep, mijn denkgeest ontwaakt en ik dan voel dat ik mij op een astraal vlak bevind en naar hogere niveaus snel. Het voelt heel werkelijk, ik voel koele lucht, en mijn denkgeest voelt erg opgewonden, alsof ik mijn lichaam verlaten heb. Ik word een beetje bang en probeer mijzelf terug te trekken en mijn lichaam wakker te maken. Dit heeft me laten inzien dat er veel diepere niveaus in mijn denkgeest zijn, die ik normaal in het dagelijks leven niet ervaar. Als ik deze ervaring heb, lijkt het alsof ik echt bang ben om mijn lichaam en de wereld los te laten. Nu zie ik waarom ik me, ondanks mijn goede voornemens om mijn ego los te laten en in vrede te zijn, stevig verankerd heb in mijn ego/lichaam identiteit. Al 40 jaar is het een proces van beetje bij beetje afpellen, vanwege de diepgewortelde angst/schuld die ik aan de oppervlakte niet eens merk. Ervaren we hierom maar zelden de diepere niveaus van onze denkgeest? Vanwege de massieve blokkade van schuld en angst?
Antwoord: Ja, de schuld die de denkgeest ervaart vanwege de keuze tegen zichzelf, en daardoor tegen God, zit erg diep. Zij is bedekt met vele lagen van ontkenning; verworpen uit angst voor straf van God. Ervaringen die erop wijzen dat we geen lichaam zijn, zoals die jij beschrijft, roepen vaak angstgevoelens op. Deze weerspiegelen de angst van de denkgeest voor de erkenning van zijn identiteit als denkgeest. Jouw inzicht in de angst voor verlies van de lichaamsidentiteit is heel behulpzaam. Het verklaart waarom het zo moeilijk is om de Cursus te begrijpen, ondanks de verzekering van Jezus dat hij heel eenvoudig is (T11.VIII.1:1). Hoewel dat al moeilijk is, is het beoefenen ervan en het toepassen van zijn onderricht op ons leven nog veel moeilijker, vanwege onze grote weerstand om het egodenksysteem los te laten. Het proces begint met de herkenning van de weerstand door eerlijk toe te geven dat we zo stevig aan het ego vasthouden. Het zien van de blokkades van weerstand maakt duidelijk dat een rustig tempo aangehouden moet worden in het proces van ongedaan maken. Bovendien geeft het je inzicht in een van de belangrijkste stappen bij de beoefening van het leerplan van de Heilige Geest: “Het is niet jouw taak op zoek te gaan naar liefde, maar enkel in jezelf alle hindernissen te zoeken die jij ertegen opgeworpen hebt, en die te vinden” (T16.IV.6:1).
In het Handboek verwijst Jezus naar weerstand die eveneens van toepassing is op jouw ervaring. Hij zegt ons dat de weerstand tegen genezing “enorm” is, omdat het de aanvaarding vereist dat onze ervaring van de wereld het resultaat is van een keuze in de denkgeest. (Zie H5.II.1). Dit brengt de verantwoordelijkheid terug naar de denkgeest, en in dat proces wordt het hele geloof in de beslissingsmacht van het lichaam ongedaan gemaakt. Het ego heeft ons geleerd (en we hebben die les goed geleerd) dat het lichaam beslissingen neemt en over de wereld ‘regeert’. Deze overtuiging maakt zowel het lichaam als de wereld werkelijk in onze ervaring. Door ons vast te klampen aan deze overtuiging verzetten we ons tegen Jezus’ onderricht, met het doel de wereld en het lichaam te beschermen en de afscheidingsgedachte te handhaven.
Een ervaring van het astrale lichaam, hoewel nog binnen het rijk van het ego, kan dienen als herinnering voor de denkgeest dat een lichaam hem niet kan bevatten. De denkgeest hoort trouwens helemaal niet bij het lichaam, astraal noch fysiek. En daarin ligt de bedreiging voor het ‘bestaan’ van het lichaam. Deze roept angst op in de vorm van weerstand en herinnert aan Jezus’ waarschuwende woorden: “Vertrouw niet op je goede voornemens. Die zijn niet genoeg” (T18.IV.2:1-2). Een gezond respect voor de intensiteit van de gehechtheid aan het lichaam is een stevige basis om het leerproces met geduld en zachtheid voort te zetten. Het helpt om de fantasie van onmiddellijk succes te verdrijven en houdt de denkgeest kalm gefocust op het pad van vergeving. Je inzicht in de diepten van de verzengende schuld die de droom van afscheiding doordringt, is daarom van grote waarde. Noch de schuld noch de weerstand zal zegevieren. Ze erkennen kan alleen maar tijd besparen, door deze niet te verspillen aan escapades naar nog diepere ontkenningsstrooptochten. We worden niet gevraagd geen blokkades van weerstand te hebben, maar ontelbare keren wordt ons gevraagd te zoeken opdat we ze vinden. In weinig woorden houdt Jezus ons de eenvoudige taak voor: “Wees waakzaam…” (T6.V.C). En als je de blokkades vindt, dan is het niet het ego dat je heeft geleid.