Ik weet echt geen raad met het idee dat we ervoor kiezen om onze schuld op ons lichaam te projecteren, en ik wil je graag mijn gedachten voorleggen. Zeg je dat Een cursus in wonderen beweert dat als ik bijvoorbeeld plotseling puistjes krijg, wat me echt van streek maakt en waardoor ik me niet goed voel over hoe ik er uitzie, ik daar feitelijk zelf voor heb gekozen? Dit gebeurde laatst, en later realiseerde ik me dat dit misschien kwam doordat ik pas geleden een chocolade-vreetbui had. Als dit klopt, dan snap ik de theorie niet, want als ik had geweten dat de chocolade dit zou veroorzaken, zou ik het niet gegeten hebben. Zegt de Cursus dat we op een bepaald niveau ervoor kiezen onwetend te blijven over sommige wereldse oorzaak/gevolgrelaties, zodat we ons slachtoffer kunnen voelen? Hoe kan iemand ervoor kiezen zich slachtoffer te voelen als hij zich niet bewust is van de mogelijke consequenties van zijn daad of daden, en hij echt van mening was een goede koers te varen? Weten we op een bepaald niveau dat we ongelijk hebben?
Antwoord: De keuzes worden buiten tijd en ruimte gemaakt door de keuzemaker in de denkgeest, niet door de persoon die als een lichaam in de wereld lijkt te leven. Daarom vraagt Jezus: “Wie is de ‘jij’ die in deze wereld leeft?” (T4.II.11:8). Het begrip hiervan wordt iets gemakkelijker door terug te gaan naar het plan van het ego, waarmee we ons in onze denkgeest geïdentificeerd hebben. Het belangrijkste element in de strategie van het ego om ons aan hem gebonden te houden, is om ons weg te houden uit onze denkgeest en vervolgens zeker te stellen dat we het bewustzijn van onze identiteit als keuzemakende denkgeest nooit meer terugkrijgen. Deze strategie resulteert er tenslotte in dat we onszelf als een lichaam ervaren, onderhevig aan allerlei soorten wetten die we niet zelf gemaakt hebben: de wetten van de biologie, natuurkunde, chemie, voeding enz. Op die manier zijn we de bron van al onze waarnemingen vergeten: de macht van onze denkgeest om te kiezen. Wat rest is de overtuiging dat we in een wereld komen die geregeerd wordt door al bestaande wetten. Jezus antwoordt: “Misschien denk je dat jij de wereld niet hebt gemaakt, maar met tegenzin bent gekomen naar wat al was gemaakt en beslist niet stond te wachten tot jouw gedachten er betekenis aan gaven” (WdI.132.4:4,5). Dit is beslist een van de meest radicale leringen van de Cursus, maar het is nodig om naar dit niveau te gaan, om de aard en het doel van het lichaam te begrijpen, en de reden dat we dingen op deze wijze ervaren. Het is de sleutel tot de oplossing van jouw probleem.
Het lichaam voert alleen maar de wensen van de denkgeest uit; het heeft geen leven van zichzelf. Dit wordt op veel plaatsen in de Cursus uitgelegd, bijvoorbeeld: “De denkgeest neemt… alle beslissingen... die verantwoordelijk zijn voor de toestand van het lichaam”(H12.5:7); “De geheime geloften”(T28.VI). Het is dus niet de jij als een individueel persoon in de wereld die ervoor kiest slachtoffer te worden; het is de denkgeest die hiervoor kiest, omdat hij zijn belofte van trouw aan het ego uitvoert. De denkgeest beslist om zijn identiteit als denkgeest te ontkennen en die door een andere identiteit te vervangen, in zijn streven om afgescheiden te blijven van God, maar zonder dat hij verantwoordelijk wordt gehouden voor die toestand. Daarom verzint hij een wereld met bepaalde wetten en projecteert zichzelf in de wereld als een lichaam dat geboren wordt en uiteindelijk sterft, terwijl het gedurende dit proces opzettelijk vergeet dat hij (de denkgeest) dit deed. Het lichaam veroudert niet vanwege de wetten van het ouder worden en het gezicht krijgt geen puistjes vanwege de chemische wisselwerkingen met chocolade (hoewel dat in de wereld waar is). De denkgeest deelt de lakens uit teneinde zijn doelstellingen te bereiken. Een kwetsbaar lichaam dat gunstig of ongunstig reageert op wetten buiten zich, is een essentieel onderdeel van het plan van de denkgeest. Jezus helpt ons om dát te begrijpen. Het is de denkgeest die het nodig heeft zichzelf te zien als slachtoffer van iets of iemand buiten zich, om te voorkomen dat hij zichzelf ziet als degene die God tot slachtoffer heeft gemaakt. En daarom laat hij alles gebeuren. Het is allemaal verzonnen! Maar het is ook zeer overtuigend, zoals we allemaal kunnen bevestigen. Jezus wijst erop: “De weerstand om dit te erkennen is enorm, omdat het bestaan van de wereld zoals jij die waarneemt, afhangt van het lichaam als keuzemaker” (H5.II.1:7).
In “Ziekte is een verdediging tegen de waarheid,” legt Jezus uit dat deze beslissingen in vol bewustzijn gemaakt worden, maar om het plan te laten werken moet de denkgeest onmiddellijk vergeten wat hij deed: “Maar achteraf vereist jouw plan dat je moet vergeten dat jij het hebt gemaakt, zodat het buiten je eigen bedoeling om leek te gaan, een gebeurtenis buiten de staat van jouw denken, een resultaat met een echte uitwerking op jou, in plaats van één door jouzelf bewerkt. Juist dit snelle vergeten van de rol die jij speelt bij het maken van je ’werkelijkheid’, maakt dat jouw verdedigingsmechanismen zich aan je controle lijken te onttrekken” (WdI136.4:3;5:1). Nogmaals, Jezus verwijst uitsluitend naar de jij die de denkgeest is, de keuzemaker. Hij spreekt nooit over de lichamelijke jij, want hij vertelt ons dat zo’n schepsel niet bestaat! “Het idee van afscheiding heeft het lichaam voortgebracht, blijft ermee verbonden, en maakt het ziek doordat de denkgeest zich ermee vereenzelvigt. Jij denkt dat je het lichaam beschermt door die verbinding te verbergen, want voor deze verhulling lijkt jouw vereenzelviging veilig bewaard te blijven tegen de ‘aanval’ van de waarheid. Als je eens begreep hoeveel schade dit vreemde verhullen jouw denkgeest heeft berokkend, en hoe verward je eigen vereenzelviging hierdoor is geworden!” (T19.I.7:7- 8:1; zie ook T18.VI.9).
De verwarring van het lichaam/brein met de denkgeest is de kern van veel van de problemen die studenten hebben met Een cursus in wonderen. En het is een logische vergissing omdat we geen bewustzijn van onszelf als denkgeest hebben (paradoxaal genoeg een keuze die gemaakt is door onze eigen denkgeest). Daarom hebben we een leraar als Jezus nodig, die buiten de droom is. Hij heeft ons voorzien van een zorgvuldig gepland programma om onze denkgeest te trainen. En dat zal ons opnieuw bewust maken van wat we afgesplitst hebben: onze ware Identiteit, één met onze Schepper. We hoeven alleen maar nederig toe te geven dat we misschien ongelijk hebben over wat volgens ons werkelijk is, en daarnaast toe te geven dat Jezus’ niet-oordelende aanwezigheid in onze denkgeest ons liefdevol zal leiden op onze reis terug naar Huis, dat we in werkelijkheid nooit verlaten hebben.
Voor verdere studie van de denkgeest/breinkwestie, zie: V#017 , V#391 , V#825(iii) , en V#901 .