Als het gaat om de relatie tussen mijn hersens en mijn denkgeest, is mijn brein dan te vergelijken met een ontvanger, en zendt mijn denkgeest dan een oneindig aantal radiosignalen uit? En is het zo dat hoe meer ik vergeef, hoe hoger de kwaliteit wordt van de signalen die ik feitelijk kan ontvangen, helemaal tot aan de top van de ladder (T18.V.2; T28.II.12; T28.III.1 – vert.)? En dat met minder vergeving mijn radio alleen maar signalen van de afscheiding kan ontvangen?
Antwoord: Je bent met je vergelijking in een veel voorkomende verwarring terechtgekomen door jezelf gelijk te stellen aan het lichaam en het brein. Het doel van Een cursus in wonderen is echter om ons te helpen onszelf te identificeren met de denkgeest, en niet met het lichaam, dat het ‘denkgeestloze’ en onbewuste gevolg is van de keuze van onze denkgeest voor het ego. Je spreekt over de denkgeest als zender en het brein als ontvanger van signalen en vervolgens vraag je je af of de kwaliteit van de signalen die jij ontvangt beïnvloedt wordt door al dan niet vergeven. Alsof jij het brein bent en het brein de plaats is waar vergeving plaatsvindt.
Het brein is simpelweg onderdeel van de kunstgreep van het ego om ons onnadenkend te houden en de denkgeest uit ons bewustzijn te wissen. Alles wordt ervaren in de denkgeest, inclusief de verleidelijke illusie dat we een lichaam zijn en alles door middel van onze lichamelijke zintuigen en met onze hersenen ervaren. Jezus steekt mild de draak met onze verwarring wanneer hij opmerkt: “ …jouw idee van wat zien betekent, [is] verstrengeld met het lichaam en zijn ogen en brein. Daarom geloof je dat jij kunt veranderen wat je ziet, door kleine stukjes glas voor je ogen te plaatsen. Dit is een van de vele magische ideeën die voortkomen uit de vaste overtuiging dat jij een lichaam bent en dat de ogen van het lichaam kunnen zien. Je gelooft ook dat de hersenen van het lichaam kunnen denken. Als je ook maar iets van de aard van het denken begreep, zou je alleen maar kunnen lachen om dit waanzinnige idee. Het is net alsof je denkt dat jij de lucifer vasthoudt waarmee de zon ontstoken wordt en hem al zijn warmte wordt verschaft; of dat jij de wereld in je hand houdt, waarin ze veilig besloten ligt tot jij haar laat gaan. Toch is dit niet dwazer dan te geloven dat de ogen van het lichaam kunnen zien of dat de hersenen kunnen denken” (WdI.92.1:3-5; 2:1-4).
De denkgeest is de ontvanger, niet het brein. Zoals Jezus uitlegt in het laatste gedeelte van de Cursus: “Het bewuste [de gespleten denkgeest] is het ontvangstmechanisme, dat boodschappen ontvangt van boven of van beneden, van de Heilige Geest of van het ego” (VvT.1.7:3).
Jezus verwijst in het Tekstboek wel naar het lichaam als communicatiemiddel. Het lichaam doet niet meer dan overbrengen aan jou, als denkgeest, wat jij, als denkgeest, aan het lichaam gegeven hebt om over te brengen. Want de denkgeest is beide, zowel zender als ontvanger: “Waarom zou het lichaam voor jou iets moeten betekenen? Zeker is, dat waarvan het is gemaakt, niet kostbaar is. En even zeker is dat het geen gevoel bezit. Het brengt jou de gevoelens over die jij wenst. Zoals elk communicatiemiddel ontvangt en zendt het lichaam de boodschappen die het krijgt. Het heeft er geen gevoelens over. Alle gevoel waarmee ze zijn bekleed, wordt door de zender en de ontvanger eraan gegeven. Zowel het ego als de Heilige Geest ziet dit in, en beiden erkennen bovendien dat zender en ontvanger hier dezelfde zijn. De Heilige Geest vertelt jou dit met vreugde. Het ego verbergt het, want het wil je hierover in het ongewisse laten. Wie zou er boodschappen van haat en aanval zenden, als hij begreep dat hij ze uitsluitend zendt aan zichzelf? Wie zou zichzelf aanklagen, met schuld beladen en veroordelen?” (T19.IV.B.14).
Wat verderop voegt Jezus een andere dimensie toe aan de discussie als hij opmerkt: “Ook de Heilige Geest is een communicatiemiddel: Hij ontvangt van de Vader en biedt Diens boodschappen aan de Zoon. Net als het ego is de Heilige Geest zowel zender als ontvanger. Want wat door Hem wordt uitgezonden keert naar Hem terug, waarbij het zichzelf onderweg zoekt, en vindt wat het zoekt. Evenzo vindt het ego de dood die hij zoekt, en brengt die bij jou terug” (T19.IV.B.17:3-6).
Wat consistent blijft in al deze verschillende opmerkingen, is dat Jezus altijd spreekt over aspecten van de denkgeest. Het lichaam speelt in dit alles duidelijk geen actieve rol.
Om terug te keren naar jouw vergelijking: de denkgeest is als iemand die de radio afstemt, met het lichaam/brein als de radio. Die persoon kan ervoor kiezen om af te stemmen op de golflengte van het ego of van de Heilige Geest, en wat hij hoort zal ofwel haatdragend zijn en vol wanklanken, of zachtaardig en vriendelijk, afhankelijk van de golflengte die hij kiest. Maar de radio zelf ervaart niets en maakt geen keuzes omtrent de golflengte waarop wordt afgestemd. Waar deze vergelijking mank gaat, is dat de vorm van wat gehoord wordt mogelijk niet verschilt op beide golflengtes. Bijvoorbeeld: op beide golflengtes kan dezelfde machtige symfonie, of wellicht een nieuwsbericht, op de radio komen, maar de luisteraar kan ze als storend en verontrustend horen als hij is ingesteld op de golflengte van het ego, terwijl hij ze als hoopvol en liefdevol kan horen als hij is ingesteld op de golflengte van de Heilige Geest. In die zin lijken het ego en de Heilige Geest meer op alternatieve filters waardoorheen de uitzending wordt waargenomen.
Overigens, het is niet mogelijk dat de radio uitsluitend de signalen van het ego kan ontvangen, zoals jij je afvraagt. Want de denkgeest/luisteraar kan er op elk moment voor kiezen om over te stappen naar de uitzending van de Heilige Geest. Dat hangt niet af van de zender waarop hij was afgestemd in het ogenblik daarvóór, of een reeks van ogenblikken daarvóór, hoe lang dat ook leek te duren. Hij hoeft alleen maar aan de knop te draaien. Als hij echter gewend is af te stemmen op de golflengte van het ego, kan hij na verloop van tijd vergeten zijn dat ook de golflengte van de Heilige Geest voor hem beschikbaar is en doet hij alsof hij geen keuze heeft, alsof de radio slechts één enkele golflengte kan ontvangen. Maar op elk moment dat hij het zich wil herinneren, hoeft hij alleen maar te veranderen van de golflengte van het ego naar dat van de Heilige Geest, en zijn waarnemingen en ervaringen zullen verschuiven.