Hoofdstuk 2 van het Tekstboek van Een cursus in wonderen bevat deze passage: “Ziekte is een vorm van uiterlijk zoeken. Gezondheid is innerlijke vrede”(T2.I.5:10). Gaat dit over lichamelijke ziekte en gezondheid? Het Tekstboek lijkt in ongeveer de eerste 100 pagina’s lichamelijke gezondheid te associëren met een genezen denkgeest. Als dat zo is, dan is er een direct verband tussen het lichaam (dat niet bestaat) en het geestelijke wezen dat we zijn. Is het mogelijk dat iemand die kanker of een andere lichamelijke ziekte heeft, volmaakt in vrede is en geen schuld in zijn denkgeest heeft? De begeleider van onze studiegroep zegt dat volmaakt in vrede zijn en de denkgeest bevrijden van schuld geen enkel verband heeft met lichamelijke gezondheid, omdat God het lichaam noch ziekte kent. Dit lijkt in tegenspraak met wat er ook in de Cursus staat, namelijk dat alleen de denkgeest creëert. Als je volkomen in vrede bent en geheel vrij van schuld, hoe kan het lichaam dan reageren met een vorm van lijden of ziekte? Ik vind dit zo verwarrend!
Antwoord: Het is behulpzaam om in gedachten te houden dat de Cursus ons foutieve denken wil corrigeren. Omdat we ons geïdentificeerd hebben met het egodenksysteem, interpreteren we alles altijd vanuit dat perspectief. Volgens de strategie van het ego, die ons onbewust heeft gemaakt van de denkgeest, associëren we ziekte en genezing met lichamelijke condities, fysieke of psychische. Zowel de oorzaak als de oplossing worden gevonden in het lichaam en in de wereld. Deze manier van denken helpt Jezus corrigeren en daarom gebruikt hij de terminologie dat de gezondheid van het lichaam een weerspiegeling is van de gezondheid van de denkgeest. Hij corrigeert daarmee de algemeen geldende overtuiging dat de gezondheid van het lichaam afhankelijk is van factoren en situaties in de wereld. Hoe meer we op die manier denken, hoe minder waarschijnlijk het wordt dat we ooit weer in contact komen met de macht van onze denkgeest. Dus leert Jezus ons op verschillende manieren dat het lichaam en de lichamelijke toestand niets anders zijn dan een uitdrukking van gedachten in de denkgeest. Dit alles is onderdeel van het plan van de Cursus om onze gedachten om te keren. Wij hebben gevolg en oorzaak omgedraaid, en hij onderwijst ons hoe we ze weer kunnen terugdraaien en ze in de juiste verhouding zien.
Hij neemt ons mee naar de volgende stap, wanneer hij later in het Tekstboek zegt: “Zo wordt het lichaam door wonderen genezen, want die laten zien dat de denkgeest ziekte heeft gemaakt en het lichaam heeft gebruikt om slachtoffer, of gevolg, te zijn van wat hij heeft gemaakt. Maar de halve les zal niet de hele onderwijzen. Het wonder is nutteloos als je alleen maar leert dat het lichaam kan worden genezen, want dat is niet de les ter onderwijzing waarvan het gezonden werd. De les is: de denkgeest was ziek die dacht dat het lichaam ziek kon zijn; het naar buiten projecteren van zijn schuld veroorzaakte niets en had geen gevolgen” (T28.II.11:4-7).
Gewoonlijk aanvaarden en integreren we deze lessen niet van de ene dag op de andere. De geleidelijke verschuiving van onze manier van denken naar die van Jezus wordt weerspiegeld in het verbreken van de koppeling tussen onze innerlijke vrede en onze lichamelijke toestand. Met andere woorden: we leren dat de innerlijke ervaring van vrede niet afhankelijk is van het vrij zijn van lichamelijke of psychische symptomen. Dit is een van de treden van de ladder, die helpt te voorkomen dat we ontkennen wat we voelen. Het is een tussenstap, zolang we heen en weer gaan tussen de onjuiste en de juist gerichte denkgeest. We zijn dus nog niet geheel vrij van schuld, maar op momenten van juist gericht denken kunnen we vrede ervaren terwijl het lichaam symptomen van ziekte vertoont. Die ervaring van vrede gaan we steeds aantrekkelijker vinden en geleidelijk aan identificeren we ons steeds minder met onze lichamelijke toestand en met het lichaam in het algemeen. We raken weer bekend met onze denkgeest.
Als schuld de oorzaak is van de symptomen, dan zouden de symptomen moeten verdwijnen wanneer de schuld weg is. Maar, let op: het is ook mogelijk dat er symptomen zijn die niet uit schuld voortkomen. Die symptomen zijn misschien in de denkgeest gekozen als een manier om anderen te leren dat het lichaam helemaal niets is. In dat geval is er geen innerlijk lijden, vanwege het heldere bewustzijn in de denkgeest dat hij niet het lichaam is. Jezus bijvoorbeeld leed niet tijdens de kruisiging omdat hij wist dat hij niet zijn lichaam was. De les hierin is om niet naar de vorm te oordelen. Met andere woorden: dat er lichamelijke symptomen zijn betekent niet dat we kunnen concluderen dat er schuld is.
Daarnaast is het ook mogelijk dat iemand (een denkgeest buiten tijd en ruimte) gekozen heeft om de les van de Verzoening te leren door middel van wat voor ieder ander een verschrikkelijke en tragische lichamelijke toestand lijkt te zijn. We kunnen de volle omvang van ons eigen Verzoeningspad of dat van een ander niet overzien. Daarom moeten we voorzichtig zijn om conclusies te trekken over wat onze ogen zien.