Antwoord: Er staat geen definitie van gedachte of denken in Een cursus in wonderen. We krijgen wel enig idee van de betekenis van deze termen door de manier waarop ze gebruikt worden. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat Jezus de taal gebruikt van de Zoon in zijn afgescheiden staat, die illusoir is. Deze termen en concepten zijn daarom per definitie beperkt. Jezus is wel consistent in de betekenis van wat hij ons onderwijst maar niet in zijn gebruik van termen en woorden. Daarom is het soms moeilijk om de exacte betekenis voor een specifieke term vast te leggen. De Cursus is niet bedoeld als een filosofische of wetenschappelijke verhandeling en zo presenteert hij zichzelf ook niet, hoewel er bijzonder rijke en zelfs provocerende theoretische uiteenzettingen in te vinden zijn.
Met een hoofdletter weergegeven, verwijst Gedachte altijd naar de inhoud van Gods Denkgeest. Zonder hoofdletter verwijst gedachte altijd naar de inhoud van de denkgeest van de afgescheiden Zoon. Jezus gebruikt soms de term idee om de onbegrensde aard van onze ware werkelijkheid uit te drukken: “… doordat je inziet, hoe vaag ook, dat God een idee is, en jouw geloof in Hem dus versterkt wordt door het te delen. Wat je wel moeilijk te aanvaarden vindt is het feit dat jij een idee bent, net als je Vader. En net als Hij kun jij jezelf volledig geven, zonder het minste verlies, en met alleen maar winst” (T15.VI.4:4-6).
In het laatste hoofdstuk van het Tekstboek wordt het denken in concepten aangewezen als het hoofdprobleem. Dat sluit aan op een uitspraak eerder in de tekst: “Het bewuste, het niveau van de waarneming, was de eerste splitsing die na de afscheiding in de denkgeest werd ingevoerd, wat de denkgeest tot waarnemer in plaats van schepper maakte. Het bewuste wordt terecht als het domein van het ego aangemerkt” (T3.IV.2:1,2). In het laatste hoofdstuk zegt Jezus: “Verlossing kan worden gezien als niets meer dan de uitweg uit concepten. Ze houdt zich niet bezig met de inhoud van de denkgeest, maar met de eenvoudige vaststelling dat hij denkt” (T31.V.14:3,4).
We hopen dat dit behulpzaam is. We waren er niet helemaal zeker van waar je vraag op gericht was, dus kozen we ervoor om op deze manier te antwoorden. Er is helaas geen kant en klaar ‘Tekstboek-antwoord’.