Ik heb de audiocassette-reeks Form vs. Content: Sex and Money (Vorm tegenover inhoud: sex en geld) beluisterd. Er werd gezegd dat je je overtuigingen over geld van binnenuit naar buiten projecteert. Hoe kom je te weten wat je overtuigingen precies zijn, zodat je ze kunt veranderen?
Antwoord: Voor we bekijken hoe je je overtuigingen over geld kunt onderkennen, kan het nuttig zijn een korte toelichting te geven over de manier waarop Een cursus in wonderen al de gedachten en overtuigingen van ons ego aanpakt. We moeten ons daar bewust van worden zodat we de verantwoordelijkheid kunnen aanvaarden voor onze keuze ervoor, maar niet opdat wij ze kunnen veranderen. Want dan nemen wij de leiding over het Verzoeningsproces, en dat is gegarandeerd tot mislukken gedoemd. Het doel van de Cursus is ons bewust te maken van onze onbewuste gedachten. Vervolgens moeten wij de verantwoordelijkheid aanvaarden voor onze keuze voor die gedachten en erkennen welk doel ze dienen in het plan van het ego. Dan kunnen we ze – samen met de schuld die ze onvermijdelijk met zich meebrengen – overdragen aan het genezende licht van de Heilige Geest of Jezus. Maar we moeten niet proberen ze te veranderen! Want dat zou ze werkelijk maken en dat betekent dat je de ene ego-overtuiging door de andere vervangt.
Geld is gewoon een uitwendige vorm of een symbool waarop we onze overtuigingen over onszelf projecteren. Dus wat is je houding ten opzichte van geld en hoe voel je je erover? Tussen haakjes, er bestaan geen juiste of onjuiste, goede of slechte antwoorden op onderstaande vragen. Alle antwoorden zijn een afspiegeling van de basisovertuigingen van het ego over jezelf en anderen, gekenmerkt door ofwel speciale liefde ofwel speciale haat. Uiteindelijk zullen we beseffen dat ze noch juist, noch onjuist zijn, noch goed, noch slecht, maar gewoon onwaar. Maar we moeten er eerst naar kijken, omdat we erin geloven. We kijken met Jezus of de Heilige Geest aan onze zijde, zodat we open en eerlijk kunnen zien.
Heb je het gevoel dat je nooit genoeg hebt? Ben je bang het geld dat je hebt te verliezen? Voel je je beter of zelfverzekerder als je geld hebt? Ben je spaarzaam omdat het een symbool van zekerheid en veiligheid is tegen onvoorziene gevaren en obstakels? Of heb je eerder de neiging het uit te geven zodra je het hebt en heb je altijd schulden? Zie je geldbezit als statussymbool of teken van succes, een indicatie van jouw waarde? En als je weinig geld heb, doe je dan alsof je meer hebt? Of draag je je armoede als een etiket van speciaalheid? Als je hopen geld hebt, pronk je er dan graag mee? Of probeer je het stil te houden? Hoe denk je over het delen van je geld met anderen of het weggeven van je geld? Ben je jaloers of boos op anderen die meer geld hebben dan jij? Hoe was de houding van je ouders tegenover jou in verband met geld? Als je een relatie hebt met iemand en jullie beheren samen geld en inkomen, is daar dan conflict over? Wat voor meningsverschillen heb je met anderen over de manier waarop de ander met geld omgaat en welke oordelen vel je?
Als je nadenkt over deze en andere antwoorden die in je opkomen over geldkwesties, moet je in contact komen met de onderliggende gedachten, gevoelens en overtuigingen waarvoor deze staan. Dit kunnen gedachten en gevoelens zijn van ontoereikendheid, schaarste, ontbering, beperking, onzekerheid, angst, je slachtoffer voelen, onverantwoordelijkheid, schaamte en schuld, trots, triomf, meerderwaardigheid, vrijgevigheid, macht, controle, enzovoort. Het is belangrijk dat je erkent dat dit basisgevoelens over jezelf zijn, die niets te maken hebben met geld, andere mensen of iets anders in de wereld. Ze zijn het gevolg van het feit dat je de afscheidingsgedachte in je denkgeest serieus neemt en wilt dat hij waar is. Want de afscheidingsgedachte is niets minder dan het verlangen van liefde gescheiden te zijn, wat tevens inhoudt dat je bereid bent liefde aan te vallen en te vernietigen om een persoonlijk zelf tot stand te brengen. En in dat proces denken we onze eigen waarde vernietigd te hebben. Alle gevoelens van waardeloosheid die daarmee gepaard gaan en die te pijnlijk worden om in onze denkgeest vast te houden en te erkennen, worden dus geprojecteerd op een wereld die we zelf hebben gemaakt. Die wereld bevat vele geschikte doelen en plaatsen waar we deze gevoelens, ook over geld, op kunnen bergen. Deze uiterlijke symbolen lijken dan het probleem te zijn, in plaats van de afscheidingsgedachte in onze denkgeest waardoor we ons ware Zelf hebben gedevalueerd. Zo wordt het denksysteem van het ego goed beschermd tegen het Verzoeningsprincipe van de Heilige Geest dat zegt dat afscheiding onmogelijk is, behalve in illusoire dromen, en dat er in werkelijkheid niets is gebeurd dat ons kan beroven van de liefde die we zijn. Maar wanneer we eenmaal begrijpen welke bedoeling het ego met de wereld heeft, geld inbegrepen, dan kunnen we naar dit alles op een andere manier kijken. Dan weten we dat het een venster is dat zicht geeft op onze eigen onbewuste denken. En nu kunnen we een andere keuze maken en ons onze werkelijke Waarde herinneren als Gods heilige Zoon.