Ik raak hoe langer hoe meer in de war over het leven en over hoe ik moet functioneren. Hoewel ik al eerder zulke periodes heb meegemaakt, duurt deze wel lang en het brengt me nogal van mijn stuk. Dit hangt samen met het weten dat geen enkele fantasie of iets in de wereld waarop ik gehoopt had me geluk brengt. Ik weet niet meer wat ik wil en ik vind het moeilijk te bepalen hoe ik in relaties sta, hoe ik omga met mijn werk, hoe ik beslissingen neem, hoe ik Een cursus in wonderen in praktijk breng, enzovoort. Deze staat van zijn brengt angst met zich mee. Ik weet dat dit deel uitmaakt van het proces en misschien ook van het loslaten van mijn zelfbeeld en het loslaten van wat ik voor waar houd. En ik weet dat het een ego-manoeuvre is om het conflict in mij in stand te houden. Kun je me alsjeblieft vertellen hoe ik deze verwarrende toestand kan aanpakken en toch normaal kan blijven functioneren in de wereld?
Antwoord: Ja, de toestand die je beschrijft komt vaker wel dan niet voor bij het ongedaan maken van onze verkeerde overtuigingen over onszelf en de wereld. In die zin is het positief. Eigenlijk lijkt het een beetje op de pijn en desoriëntatie waar iemand doorheen gaat bij het afkicken van een verslaving. We zijn inderdaad verslaafd aan onze speciale identiteit als individu, dus kunnen we verwachten dat we ons bij onze vooruitgang heel onbehaaglijk voelen wanneer we onze denkgeest “loswrikken” uit zijn verstarde positie hier, zoals Jezus zegt. Maar hij verzekert ons: “Je zult hierdoor niet ontheemd of zonder referentiekader raken. De periode van desoriëntatie, die aan de eigenlijke overgang voorafgaat, is vele malen korter dan de tijd die het vergde om je denkgeest zo stevig op illusies te fixeren” (T16.VI.8:3-5). Dit vraagt geloof en vertrouwen. Zoals je waarschijnlijk weet, spreekt Jezus in het Handboek voor leraren over de verschillende fasen in het ontwikkelen van vertrouwen en beschrijft hij vooral de vijfde fase als een “periode van destabilisatie” (H4.I.A), die een tijdje kan duren.
Wanneer je deze periode doormaakt kan het helpen om het referentiekader van je dagelijks leven te verleggen. In plaats van op de gebruikelijke manier denken over wat je wilt in het leven en over wat de wereld je te bieden heeft, kun je de omstandigheden in je dagelijks leven beschouwen als een klaslokaal waarin je meer gaat leren over het ongedaan maken van wat jou van liefde scheidt. Dan kan bijvoorbeeld de wens om gedeelde belangen te zien, in plaats van gescheiden, wedijverende belangen, je motiveren. Met andere woorden: wat verandert is wat jij wilt; zoals ons in Les 129 wordt gezegd: “Voorbij deze wereld is een wereld die ik verlang” (WdI.129). Je kunt een gelukkige leerling (T14.II) worden, die graag meer wil leren over vergeving. Die wil leren waarom je je afgescheiden blijft voelen van de mensen in je leven en wat dat te maken heeft met wat je doet en hoe je denkt. Want je weet dat dat alles alleen maar een dekmantel is voor de liefde die jou verbindt met Jezus en met iedereen in je leven. Dan kun je elke dag zien als een kans om meer zicht te krijgen op de verschillende manieren waarop je liefde verborgen houdt. Want je moet je eerst bewust worden van datgene waarvoor je kiest, voordat je ertegen kunt kiezen. Met andere woorden: de focus van je dag ligt op het leerproces, dat in je denkgeest plaatsvindt. Dan voel je vreugde omdat je ervaart dat jij en ieder ander samen onderweg zijn. Dat voelt anders dan de ego-versie van vreugde, want die komt neer op het bevredigen van jouw behoeften ten koste van die van iemand anders.
Dit kun je doen terwijl je tegelijkertijd focust op je baan en op andere verantwoordelijkheden in je leven. Het lijkt een gespleten bewustzijn: een deel van jou voert nauwgezet en met zorg je verantwoordelijkheden uit, en een deel van jou ziet al die interacties als een klaslokaal waarin Jezus of de Heilige Geest je leert hoe je de afscheiding die jij tot werkelijkheid hebt gemaakt – wat je nog altijd doet – ongedaan moet maken. Daarom, in plaats van ontmoedigd en gedeprimeerd te zijn, kun je deze tijd gebruiken als een kans om de hele focus van je leven te verleggen zoals je nog niet eerder hebt gedaan. Al je oefeningen met de Cursus hebben je tot dit punt geleid, waar je toegang krijgt tot een nieuw niveau van functioneren en relateren.
Dikwijls maakt deze verschuiving van focus het functioneren in het dagelijks leven gemakkelijker. Je denkt niet langer ‘wat zit er voor mij in?’, want dat leidt onvermijdelijk tot spanning en conflict. Zoals je zelf zegt, brengt deze verschuiving enorme angst met zich mee. Want het enige zelf dat jij erkent en waarmee jij je vereenzelvigt wordt minder belangrijk, en het zelf dat ervoor in de plaats komt is nog niet helemaal duidelijk voor je. In deze fase is vertrouwen in het proces van extreem belang, evenals zachtmoedigheid, en jezelf toestaan alles een poosje opzij te zetten als dat je oplucht. Je kunt er in ieder geval zeker van zijn dat je dit niet alleen doormaakt. Je weet – tenminste intellectueel – dat de weerspiegeling van de hemelse Liefde, die jou ondersteunt bij elke stap op je weg, zich in je denkgeest bevindt.
Tot slot moet je niet over het hoofd zien dat psychotherapie of de een of andere vorm van professionele hulp nuttig kan zijn om je door een moeilijke periode heen te helpen. Het is nooit verkeerd om in de loop van je proces gebruik te maken van de hulp van een vriendelijke en meelevende therapeut. In veel gevallen kan dit het proces versnellen. Het kan je ook helpen niet de vergissing te begaan om stappen in je proces over te slaan.