Kun je student van Een cursus in wonderen zijn en toch deel uitmaken van een wereldgodsdienst?
Antwoord: Ja, als dat behulpzaam is. Want zoals het Handboek zegt: “Het leerplan is hoogst persoonlijk toegesneden, en alle aspecten staan onder de bijzondere zorg en leiding van de Heilige Geest” (H29.2:6). Niemand heeft het recht of de wijsheid om voor iemand anders te bepalen wat behulpzaam kan zijn op een spiritueel pad. Daarom benadrukt de Cursus altijd het belang om de Heilige Geest om hulp te vragen. Evengoed echter is het waar dat de Cursus aanmerkelijk van de wereldgodsdiensten verschilt in hun daadwerkelijke leringen. Je kunt zelfs wel stellen dat een van de kenmerken van Een cursus in wonderen is dat zijn leer tegengesteld is aan die van het traditionele christendom. Op dit niveau is op een bepaald punt in iemands studie conflict dan ook onvermijdelijk. Andere westerse religies onderwijzen bijvoorbeeld niet dat “de wereld werd gemaakt als een aanval op God” (WdII.3.2:1), en dat onze echte doodsangst de verlossing betreft en niet de kruisiging (T13.III.1:10-11). Het kan heel verleidelijk zijn om beide denksystemen met elkaar in overeenstemming te willen brengen, een compromis dat voor beide paden alleen maar nadelig kan zijn.
We zitten nu al zo vol conflicten dat het een liefdeloze daad jegens onszelf lijkt om er met opzet nog meer in ons dagelijks leven in te bouwen. Intellectuele belangstelling in de wereldgodsdiensten om die te vergelijken met de Cursus en ze tegenover elkaar te stellen is één ding. Daadwerkelijk proberen dagelijks beide paden te volgen echter zou werkelijk heel moeilijk zijn. Maar gezien de individuele aard van ieders leerplan, is het niettemin mogelijk deel te hebben aan zowel de Cursus als de wereldgodsdiensten. De vraag die we ons moeten stellen is dan ook: wat is het doel?